Nijkerk zet deur open voor statushouders en dat is goed

Binnenkort worden 70 tot 100 mensen met een verblijfsvergunning maar nog geen huis, ondergebracht in 26 noodunits bij Arkemheen tot april 2016.

De gemeente moest deze mensen al opvangen, maar doet dat nu versneld, om de druk op de AZC’s te helpen verminderen. Daar komen nog steeds bussen vluchtelingen uit het Midden-Oosten aan. Deze vluchtelingen krijgen voorlopig geen onderdak in onze gemeente. Geen toestanden zoals in Oranje dus, maar een geordende, goed gestructureerde aankomst en huisvesting van mensen die daar recht op hebben. En dat is goed! Waarom?

Statushouders zijn vaak jaren geleden al naar Nederland gevlucht, alleen of met (een deel van) hun gezin en hebben dat met reden gedaan. Ze werden vaak vreselijk vervolgd of op een andere manier in hun leven bedreigd. Daarom hebben ze een status. Prima dus dat zij een plek krijgen in onze samenleving, dat was toch al de bedoeling! Deze mensen kunnen namelijk niet terug, daar is het in hun land te onveilig voor.

We hebben ze nodig
Er is nog een andere, misschien egoïstische reden om deze mensen plek te geven. Nederland vergrijst snel. Binnen tien jaar moet de steeds kleiner wordende groep van werkenden, alle kosten ophoesten van de (snel toenemend aantal) pensioenen, uitkeringen en andere kosten van de hele samenleving. In de jaren zeventig waren er acht werkenden op een gepensioneerde, nu zijn er vier werkenden op een gepensioneerden en straks zijn het er twee op een!(bron: CPB). We hebben –heel praktisch bekeken- extra mensen nodig om ons welvaartspeil in stand te houden. Deze mensen bijvoorbeeld!

En dat kunnen ze, blijkt uit de geschiedenis van ons land. Dat vraagt inspanning van hen, en van ons.
Vluchtelingen hebben van oudsher een goede invloed gehad op onze open, Nederlandse samenleving. Zo zijn de Joden eeuwen geleden al onze kant op gekomen en hebben mede gezorgd voor een bloeiende handel.
De huidige statushouders (oud-vluchtelingen dus) zijn vaak getraumatiseerde, maar ook veerkrachtige en gemotiveerde mensen. Ze weten wat het is om opnieuw te moeten beginnen. Ik weet nog dat mijn vader met een Iraakse hoogleraar op zijn laboratorium werkte, de man waste reageerbuisjes af (ver beneden zijn opleidingsniveau), maar was gelukkig een nieuwe kans te krijgen. Ik denk dat het daarom gaat: als je deze mensen echt een kans geeft, kunnen ze veel bijdragen aan onze maatschappij. Ook aan Nijkerk!

Daarom is het goed om ze met open armen te ontvangen en tegelijkertijd realistisch kritisch te zijn. Te kijken waar we hen kunnen ondersteunen, qua onderwijs, begeleiding maar ook in praktische dingen: stoelen, tafels, kleding, beddengoed. Ik weet zeker dat je, als je je welkom voelt, ook geneigd bent om iets terug te doen. Om je in te zetten. Om je niet af te sluiten of te radicaliseren in het ergste geval. Daar moeten we een scherp oog voor hebben.
Zo moeten deze mensen zo snel mogelijk aan het (vrijwilligers)werk. Dan leren ze de taal snel en ontdekken ze hoe het in ons land reilt en zeilt. De bejaarden die nu maar een keer paar week (of minder nog) worden rondgereden in de buitenlucht, kunnen dat dan misschien wel een paar keer week. Goed voor hun gezondheid en de statushouder voelt zich nuttig. Of laat ze meehelpen op de Nijkerkse ijsbaan, of vertellen op scholen wat hen is overkomen en hoe ze willen inburgeren in Nijkerk. Of keer het om: laat de Nederlandse kinderen vragen stellen EN vertellen hoe wij in Nederland met elkaar om gaan. Dat hun moeders en zussen net zo belangrijk zijn als de jongens en vaders. Dat je in ons land problemen niet met geweld oplost, maar met gesprek. Enzovoort. Dat zijn mooie initiatieven, dat verbindt. Dan voel je je welkom en geef je als samenleving je grenzen aan.

De pijn van niet welkom-zijn
Uit eigen ervaring weet ik hoe het is om je ‘niet welkom’ te voelen. Een aantal jaren geleden vertrok ik met mijn gezin–vrijwillig- naar Zuid Duitsland: naar München. Bekend om zijn gezelligheid, bratwurst en inmiddels overal in Nederland gekopieerde Bierfeesten. Nu heb ik daar niet zoveel mee, eerlijk gezegd. Wel met hun handwerkschap, hun prachtige natuur en het geweldige onderwijs. Ik stond open voor hen, maar zij niet voor mij. Ik werd nagekeken als ik op mijn bakfiets door de straten trapte, mijn Duits was niet vloeiend genoeg want ik werd constant verbeterd op een afgemeten, onvriendelijke toon. Het ergste was de bakker. Of beter: de bakkersvrouw. Ik kwam daar bijna elke dag. Er stond een kleine, dikke, brommerige vrouw achter de toonbank. Ze begroette me met een korte knik, waarna ze met korte, krachtige bewegingen mijn broodjes verzamelde, in een zak stopte en afrekende. Nooit een glimlach. Nooit. Terwijl ik, open en Nederlands als ik ben, altijd met een glimlach de winkel in stapte. Maar dat glimlachen verging mij na een paar maanden. Pas na een half jaar besloot de vrouw mij te verwelkomen. Eerst aarzelde ze, maar na een tijdje brak er dan toch een glimlach door op haar gezicht. Ik was verbijsterd en blij tegelijk. Ik had iets bereikt.

Neem zorgen serieus
Laten wij daarom deze mensen wel met openheid ontvangen. En dat betekent niet: je ogen sluiten voor de risico’s, de mitsen en de maren. Het is belangrijk, zeker voor de gemeente, om de gevoelens en twijfels, zorgen en angsten van de Nijkerkse bewoners serieus te nemen, ruimte te geven. Dan krijgt dat lucht. In het donker gaan die angsten en zorgen zitten rotten en komt het er in nare vorm uit: via Facebook worden nu de meest disrespectvolle dingen geuit over de toekomstige (tijdelijke) bewoners van de units. Als je zou weten wat deze mensen hebben doorstaan, zou je je ogen uit je kop schamen. Maar ja.., onbekend maakt onbemind.

Als gemeente moet je bekijken of de zorgen terecht zijn, daar maatregelen op nemen of angst en zorg bestrijden door er open en bloot over te praten en te weerleggen met feiten, of om te buigen met oplossingen. En geef de mensen een gezicht: vertel hun verhaal. Niemand is ongevoelig voor de waarheid.

Pas als we als gemeente met openheid naar alle richtingen kunnen communiceren, van onderbuik naar hoofd naar hart, dan komt er energie op gang die helend kan zijn voor de mensen die wij hier mogen huisvesten. Respect, positiviteit en realisme zijn daarbij de ankerpunten.

Deze ontwikkelingen kunnen een positieve impuls geven aan onze samenleving. Dit is een kans om ons van onze mooiste kant te laten zien. Dus laten we dat doen! We kunnen er zelf ook alleen maar mooier en gelukkiger van worden. Dan heeft iedereen gewonnen, niet alleen de statushouder, de gemeente of de kritische burger.
Wij Allemaal!

PS: De gemeente organiseert een Informatie-avond in de Schakel, maandagavond 12 oktober, vanaf 19.30 uur.Kijk op de site van de gemeente voor meer informatie.

2015-35

Over Wendy Traa
Wendy Traa (1973) is kinderboekenschrijfster, leerkracht, kinderyogadocent en historica. Ze woont samen met haar man Siebren, dochters Bloeme en Veerle en hond Noortje sinds 2008 in Nijkerk. Ze is oprichtster en eigenaar van De Open Plek.

LAAKBAAR
Vier columnisten midden in het werkgebied van nijkerk.nieuws.nl ontmoeten Nijkerk, Nijkerkerveen en Hoevelaken. Elke week een nieuwe column waarin je kunt lezen wat Marcelle Warringa, Merit Roodbeen, Monique van Rooyen – Staal en Wendy Traa bezig houdt.

Elke maandag een nieuwe column online.

Dossier:
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen