Hans den Haan over de GGZ auto

Foto:

Zoals jullie ongetwijfeld allemaal weten heeft mijn vrouw de laatste zestien jaar van haar leven in de GGZ-instelling Veldwijk te Ermelo gewoond.

In een groepsunit met zes personen.

Dit nadat ik haar zeventien jaar thuis heb verzorgd. Maar dat was op den duur niet meer vol te houden.
Zij leed aan schizofrenie. Van het degeneratieve type. Wat betekent dat haar verstandelijke vermogens heel geleidelijk verminderden. De laatste jaren van haar leven functioneerde zij op het niveau van een vierjarige. Maar wel een heel lieve vierjarige.

In 2018 is mijn vrouw overleden. Zij kreeg de ziekte schizofrenie vijf jaar nadat we getrouwd waren. In 1985. Het begon ermee dat ze de stem van haar kort daarvoor overleden zus in het ruisen van de verwarming hoorde. En vervolgens steeds meer stemmen. Het zit in de familie, want haar zus had het ook. Het moet een kwestie zijn van het functioneren van de hersenen. Vermoedelijk een probleem met dopamine-receptoren.

Mijn vrouw besteedde de laatste jaren vooral veel tijd aan het inkleuren van kleurboeken en het plakken van stickers daarin. Zij werd er zo rustig van, zei zij. De kleurboeken kocht ik bij Zeeman. Daar waren ze maar één euro per stuk. En op elke pagina stond een nieuwe kleurplaat. In tegenstelling tot de kleurboeken bij Intertoys. Daarin stond op de linkerpagina’s een vooraf ingekleurd voorbeeld. Zodat je maar een half kleurboek had. Voor veel meer geld. Ik vond het niet eerlijk.
De verkoopsters van Zeeman, de zeevrouwen, kende mijn verhaal. En ze zorgden ervoor dat er altijd genoeg voorraad was.

Ik bezocht mijn vrouw daar in Ermelo driemaal per week. Wat altijd heel prettig was ondanks haar ziekte. Behalve als zij, zo eenmaal per week, in een psychose verkeerde. Dan was het wat lastiger, want dan was zij de weg een beetje kwijt. En ze klampte zich dan vooral de hele avond aan mij vast. Het was dan een kwestie van even doorbijten.

Ik moet zeggen dat ik, sinds zij er niet meer is, die bezoekjes aan de GGZ wel mis. Dit afgezien van het feit dat ik mijn vrouw sowieso mis.
Ik heb daar in de GGZ heel wat mensen ontmoet. Mensen die men tegenwoordig geen patiënten meer noemt, maar cliënten. Wat ik een beetje overdreven vind.
Zoals Karin, die op het sinterklaasfeest altijd beweerde dat de Heere ook zou komen. En de tachtigjarige Klaas, die bij datzelfde sinterklaasfeest altijd een grote speelgoedauto cadeau kreeg.
Wat waren dit een lieve mensen.
Een van die mensen is een vrouw, die ik voor deze gelegenheid maar even Annie zal noemen. Niet haar werkelijke naam.

Op een dag zei mijn vrouw: “Annie vraagt of je een rijbewijs hebt.”
“Hoe dat zo?”
“Nou, ze geeft je een auto cadeau.”
“Hè wat? Een auto cadeau?”

Nadere informatie bij Annie zelf leerde mij dat zij het zo zielig voor mij vond dat ik telkens voor elk bezoek “helemaal” tussen Nijkerk en Ermelo heen en weer moest fietsen. Nou ben ik een fiets-wereldwonder. Voor mij waren die tochtjes juist pure ontspanning. Maar goed. Als Annie dat vindt.
Het was ook een lekker tochie op de fiets. Waarbij ik de 80-kilometer-wegen, de Nijkerkerstraat, de Oude Rijksweg en de Putterweg, zoveel mogelijk meed. Liever geen geraas van auto’s langs m’n oren. Ik ging altijd “lekker binnendoor”. Via de Bloemendaalseweg, Donkeresteeg, Meskampersteeg en de twee Hellerwegen. En vanaf Putten over het landgoed Oud-Groevenbeek. Op de Donkeresteeg natuurlijk altijd m’n licht aan.

Een auto cadeau geven? Ik vroeg me af: hoe rijk is Annie, dat ze dat zomaar kan doen? Had ze een erfenis gekregen?

Die auto, die hoefde ik natuurlijk niet. Maar ik kon praten als Brugman. Ik kreeg een auto. Wat moest ik daar nou mee? Ik zat ermee in m’n maag.
“Wat voor auto dan?” vroeg ik haar.
Een Volkswagen Beetle. Niet echt een goedkoop wagentje.

Moest ik maar eens met de verpleging gaan praten? Of feitelijk de verzorging. Misschien konden zij haar dit plan uit het hoofd praten.
Maar de volgende dag vertelde Annie mij dat de auto al was gekocht. Hij stond inmiddels voor mij klaar. In Harderwijk.
Oké. Zucht.
Alleen welke garage precies kon zij niet zeggen. Dat was natuurlijk op zich al heel vreemd. En ik zou ook de nodige papieren moet verkrijgen. Dus ik begreep al langzaam aan hoe het zat. Annie leefde in een fantasiewereld. Het hele gebeuren had zich vermoedelijk alleen maar in haar hoofd afgespeeld. Maar wel heel lief bedoeld natuurlijk.

Voor alle zekerheid heb ik toch maar alle autobedrijven in Harderwijk afgebeld. Je weet maar nooit. Waarbij ik wel even uitlegde hoe het zat. Maar nergens stond een auto voor mij klaar. Ook niet bij de Volkswagen-dealer.
Godzijdank. Nog nooit ben ik zo blij geweest dat ik geen auto kreeg.

Annie zie ik nog wel eens lopen. Op het terrein van de GGZ in Ermelo. Zij ziet mij niet. Ik denk dat ze alweer vergeten is wie ik ben. Telkens als ik langs haar fiets, brom ik zachtjes “vroem vroem”. En ik fiets fijn verder. Zet mij maar op de fiets.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen