Ruim 250 vmbo-leerlingen van het Corlaer College deden mee aan de jaarlijkse reisweek, die hen onder meer naar Londen, Parijs en Berlijn bracht.
Vooraf waren er duidelijke instructies met oog op mogelijke terreuraanslagen. “Geen gekke dingen doen.”
In totaal gingen vijf groepen van zo’n veertig leerlingen naar het buitenland (“een touringcar vol”). Eén groep bleef in Nederland en ondernam vanuit Nijkerk allerlei activiteiten. De groepen waren divers samengesteld uit alle geledingen van het vmbo. Elke groep had vier coaches en verbleef in een hostel of bij gastgezinnen.
Terwijl veel andere scholen dergelijke reisweken alleen aanbieden aan leerlingen van havo en vwo, organiseert het Corlaer College ze ook bewust voor de derdeklassers van het vmbo. “Het is sociaal gezien heel belangrijk, omdat je met leerlingen uit andere klassen optrekt”, zegt conrector Ronald Schaefer. “Je leert een andere cultuur kennen, een ander taal. Samen bouw je aan ervaringen en herinneringen die voor later waardevol zijn.”
Gekke dingen
Vooraf kregen de groepen die naar grote steden reisden duidelijke instructies, met oog op mogelijk terrorisme. Sitra Grevers (15), die naar Londen ging, vat ze samen: “Goed gedrag tonen, geen gekke dingen doen, geen grappen maken over terrorisme. Goed op je spullen en op elkaar letten, bij de groep blijven.”
Kort voor en na hun bezoek werd de Britse hoofdstad opgeschud door aanslagen. Wat betekent dat dreigende gevaar voor de school? Conrector Schaefer: “Wij volgen sowieso het reisadvies van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarnaast kijken we zelf natuurlijk ook of de stad voldoende veiligheidsmaatregelen treft. Als dat zo is, vinden we het verantwoord. Maar we blijven het wel steeds beschouwen. En we weten dat honderd procent zekerheid niet bestaat.”
Alexander Hoeve (15) genoot zeer van “de vakantie tussen aanhalingstekens”, maar kreeg het wel even te kwaad toen hij de London Eye instapte kort nadat iemand “een grap over een terrorist” had gemaakt. “Ik was opeens doodsbang.” Verder vond hij het leuk om met onbekende vmbo’ers op te trekken. “Eerder praatte ik eigenlijk nooit met de leerlingen van andere richtingen.”
Dikke blaren
Isa Daniëls (15) ging mee naar Berlijn en bezocht daar onder meer de Berlijnse Muur, een museum en een concentratiekamp. Ook stonden een boottocht en een theatervoorstelling op het programma. Heel indrukwekkend allemaal, al vond Isa wel dat de leerlingen erg veel moesten lopen in de wereldstad. “Het leek de Elfstedentocht wel. Ik had dikke blaren op mijn voeten.”
Niet iedereen ging naar een grote stad. Zo stapte Esmee Krijkamp (15) in de bus richting Tsjechië, waar de week vooral in het teken van sport stond: bergklimmen, abseilen, dat soort activiteiten. Met haar ouders komt ze nooit in die streken; die houden meer van de camping in Nederland. Ze was wel een van weinige meiden in een groep met 37 jongens. “Meiden willen liever shoppen.”
Voor Tamar Kneefel (15) gaf dat echter niet de doorslag. Zij koos voor een verblijf in Bretagne. Van haar zus die op de havo een reisweek meemaakte, had ze goede verhalen over Frankrijk gehoord; vandaar. De beelden van Mont Saint-Michel, een rotsachtig getijdeneiland, en het uitgestrekte wad eromheen, zal ze niet gauw vergeten. “Heel bijzonder.”
bijdrage van Lindy Jansen
