Ben Blogt: Effe wachten

Foto:

‘Daar gaat nummer 33. Die man was ná mij. Hoe kan dat?’

Het is druk in de campingsnackbar. Vakantiekrachten lopen zich het frituurvet uit de naad. Wachttijden lopen op. Vooraan staat een vrouw op badslippers. Ze tikt met haar rechterwijsvinger op de balie, kromt haar tenen, zucht…
Dan is ze haar ergernis niet meer de baas.

‘Ik sta hier al een half uur, welk nummer heeft u?’
‘32’, zegt de vrouw naast haar.
De vrouw op badslippers ziet bevestigd wat ze al dacht: de logistiek in de campingkeuken is een zooitje. Zij is hier het slachtoffer van.

‘Wij waren eerder dan nummer 33’, bitst de vrouw naar de barjongen die net uit de keuken komt met vijf pizzadozen voor zijn borst. Ze duwt haar nummertje onder zijn neus. ‘Die man had patat en frikandellen’, zegt hij. ‘U heeft saté besteld. Dat duurt langer.’De vrouw perst de lippen, fronst de wenkbrauwen, schudt het hoofd. Dan komt een familielid binnen.
‘Waar blijft ons eten? We zitten al een uur te wachten!’
‘Ja, ja, ja….’, snauwt de vrouw op badslippers.
Dan komt toch haar eten. Ze pakt het aan, beent naar buiten.

Ik houd mezelf in zo’n situatie voor dat het geen zin heeft me druk te maken over zaken waar ik geen invloed op heb. Als ik in de file sta, zet ik een meanderend muziekje op en probeer ik me onder te dompelen in een zijdezachte zenmodus. Of ik surf op het vrolijke ritme van de Beach Boys naar een zonovergoten bounty-eiland, met hagelwitte stranden en wuivende palmbomen. Als mijn auto plotseling kapot is, duw ik de agenda van die dag uit mijn gedachten en denk ik aan mijn ‘automannetje’ die me altijd geruststelde met de dooddoener ‘als je maar gezond bent’. En in de wachtkamer bij de dokter prijs ik me gelukkig dat ik eindelijk eens de gelegenheid heb een oude editie te lezen van Nouveau, Quest of tuinmagazine Groei en Bloei.

Dan. Bénggg… De deur dreunt dicht. De vrouw op badslippers is er weer. Haar gezicht dondert, bliksemt, onweert. ‘Chickenburger met pátát, ik had chickenburger met pátát besteld, jullie hebben chickenburger met bróód meegegeven’, sist ze.
De barjongen haast zich naar de keuken, laat opnieuw een chickenburger in het vet gooien. Nu met patat. De vrouw neemt opnieuw plaats in de wachtrij. Mopperend. Mokkend.

Ik denk aan een cafetaria in Velsen-Noord die ‘Effe wachten’ heet. Ik denk aan een liedje uit de kindermusical Cash:

bij de super voor de kassa
bij de snackbar om de hoek
of als je naar de bieb gaat
voor het lenen van een boek
zelfs een simpel telefoontje
naar de informatielijn
je krijgt al gauw te horen
dat er honderd voor je zijn

we wachten met z’n allen
staan uren in de rij
voordat je aan de beurt bent
is er zo een dag voorbij

Tijd om hier verder over na te denken, heb ik niet. Een meisje loopt naar de vrouw in de wachtrij. ‘Mam, ga maar naar de tent, je eten is al koud. Ik wacht hier wel op de chickenburger met patat.’
‘Nummer 38’, roept de baliemedewerker. Mijn nummer. Het uur is omgevlogen, met saté en friet loop ik terug naar mijn tent. Voor me sloft – met trage tred – een vrouw op badslippers.

 

Ben Tekstschrijver

Tekst nodig? Laat woorden werken. Ben Tekstschrijver uit Hoevelaken schrijft voor alle sectoren, zorg en welzijn is zijn specialiteit.
Meer informatie? Meer blogs lezen? Kijk op mijn site. Nooit meer een blog missen? Word vaste lezer. Meld u aan via de website.

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen