Heel het land viert het, nu Nijkerk nog!

Elf november is de dag, da-ha-t mijn lichtje, da-ha-t mijn lichtje, da-ha-t mijn lichtje schijnen mag. Dit liedje zit al een paar dagen in mijn hoofd en ik word er vrolijk van. Mijn kinderen zingen het ook.

Want op hun school in Harderwijk vieren ze aanstaande woensdag St. Maarten. Wat zeg je? St. Maarten? Is dat zoiets als met Halloween? Nee, al heeft het wel raakvlakken. Sint Maarten is een oud feest van licht dat we in onze Germaanse culturen vieren. Heel het land viert het, nu Nijkerk nog!

Geen idee waarom we in Nijkerk wel, mondjesmaat gelukkig, Halloween vieren en geen Sint Maarten. Ik heb niets met Halloween, de zogenaamde lol van elkaar laten schrikken of boze geest af te weren (waar het vroeger voor werd gebruikt) wordt inmiddels zo uitgebuit door de commercie, dat ik er misselijk van word. Geef mij maar Sint Maarten. Want oh wat is dat bijzonder! En sfeervol. En voedend. Ja. Voedend. Want we gaan de donkere wintertijd in, de tijd van korte dagen en lange nachten. Sommige mensen worden bij voorbaat al droevig, anderen ontvluchten de donkerte met reisjes naar verre oorden. Helemaal prima. Lekker doen als je daar behoefte aan hebt. Maar misschien is het niet meer nodig als je het feest van St. Maarten viert. Misschien dat je dan denkt: hee, wat mooi eigenlijk, dat donker. Ik doe mijn lichtje aan en straal. Dat denken tenminste de kinderen, die op woensdag elf november langs de deuren gaan en Sint Maarten liedjes zingen.

Dansende lichtjes
Waar de viering vandaan komt is -zoals bij veel feesten- geen duidelijk verhaal. En hoe het gevierd werd en wordt, verschilt ook. Sommigen zeggen dat het een oud Germaans Winterfeest is, anderen zien een meer kerkelijke oorsprong en weer anderen benadrukken de bedel-kant ervan. Want eerlijk is eerlijk: in de negentiende eeuw en begin twintigste eeuw was St. Maarten vooral een lichtjesoptocht van de armen, om vlak voor de winter nog wat voedsel in te slaan. Nu is het een populair feest door heel het land en gaan kinderen met lampionnen zingend door de straten. Dat ziet er toch geweldig uit? Al die dansende lichtjes in het donker, kinderen die met rode wangen van de kou voor je deur staan en een of ander grappig liedje zingen? En dan weggaan met een glimlach omdat jij ze net iets lekkers hebt gegeven? Dat is toch gewoon leuk?

Maar het is ook bijzonder. Tenminste, als je openstaat voor de diepere betekenis van het feest. Het heeft mij in ieder geval gegrepen. Ik houd dan ook van beelden en verhalen die ons als mens kunnen inspireren. Ik schrijf niet voor niets kinderboeken met een dieper laagje. Sint Maarten gaat namelijk ook over hoe je samen de (spreekwoordelijke) winter door kan komen, door je licht, liefde en voedsel te delen. Waarom?

Knollen hollen
Volgens de overlevering leefde in de vierde eeuw na Christus een ridder, Martinus. Hij deed dienst in het leger van de keizer. Op een ijskoude dag in november, reed hij met zijn manschappen bij de stad Amiens in Frankrijk. Voor de stadspoort zat een verkleumde bedelaar. Martinus nam zijn zwaard en sneed zijn mantel in twee stukken. De ene helft gaf hij aan de bedelaar, de andere hield hij zelf. In die nacht droomde Maarten van de bedelaar en zag in hem de gestalte van Christus. Die zou tot hem hebben gesproken met de woorden: ‘Wat gij voor de bedelaar hebt gedaan, hebt ge voor mij gedaan!’. Maarten besloot zijn werk in het leger te stoppen en werd ‘dienaar van God.’ Toen hij stierf en op 11 november werd begraven, zouden alle bloemen zijn gaan bloeien toen de stoet langs kwam. Deze tocht is later opnieuw gemaakt, door kinderen, met lichtjes in hun handen. Wat vierden ze? Ze vierden dat er ooit een man was die met zijn eigen licht, dat van iemand anders aan stak. Warmte gaf. Ze vierden ook dat je zelf licht (lees: liefde) in je draagt en dat je het nodig hebt om de donkere winter door te komen. En wat bewaart beter het zonlicht dan de knollen in de grond, die daar de hele zomer hebben liggen groeien? Daarom groeven hun ouders die knollen op uit de grond, holden ze uit en deden er een kaarsje in. Daarmee liepen de kinderen de donkere winteravond in. Ten teken van moed en de wil om andere mensen warmte en licht te brengen.

Op de school van mijn kinderen doen ze dit nog steeds. En eerlijk gezegd ben ik daar erg gelukkig mee. Dat ze zo’n oud feest vieren, om de kinderen spelenderwijs en onder vrolijk gezang, iets voor te leven waarvan je hoopt dat ze dat later ook gaan doen. Dat voelt goed. En als we in Nijkerk ook maar een beetje mee zouden kunnen doen, met vrolijke lantaarns en zingende kinderen langs de deuren, dan zijn we volgens mij een heel gelukkige stad. Dan komen wij samen de winter wel door!

Tip: er zijn in Nijkerk al een aantal ouders en kinderen die meedoen met Sint Maarten. Geef hen een warm welkom en zet een kaarsje bij je raam op 11 november, vanaf 17.00 tot 20.00 uur. Dan weten de kinderen dat ze kunnen aanbellen en hun lied kunnen zingen! En op de Facebookpagina community Sint Maarten vieren in Nijkerk, kun je je idee, plan of foto’s posten!

2015-39

Over Wendy Traa
Wendy Traa (1973) is kinderboekenschrijfster, leerkracht, kinderyogadocent en historica. Ze woont samen met haar man Siebren, dochters Bloeme en Veerle en hond Noortje sinds 2008 in Nijkerk. Ze is oprichtster en eigenaar van De Open Plek.

LAAKBAAR
Vier columnisten midden in het werkgebied van nijkerk.nieuws.nl ontmoeten Nijkerk, Nijkerkerveen en Hoevelaken. Elke week een nieuwe column waarin je kunt lezen wat Marcelle Warringa, Merit Roodbeen, Monique van Rooyen – Staal en Wendy Traa bezig houdt.

Elke maandag een nieuwe column online.

Dossier:
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen