Het college van Burgemeester en Wethouders van onze gemeente heeft de begroting voor de jaren 2026 tot en met 2029 gepresenteerd.
Volgens het college is de begroting 'sluitend'. Dit betekent dat er ruimte is voor belangrijke investeringen in de samenleving. De gemeenteraad praat op 6 november 2025 over dit plan.
In 2026 verwacht de gemeente 173,8 miljoen euro aan inkomsten. De uitgaven liggen iets hoger, namelijk 177,2 miljoen euro.
Om dit verschil te dichten, gebruikt het college een deel van de reserves van de gemeente. Hierdoor blijft het huishoudboekje gezond.
€ 81,6 miljoen gaat naar sociale voorzieningen, zoals sport, onderwijs en cultuur.
€ 64,9 miljoen is bestemd voor wonen, verkeer en vervoer.
De lokale lasten voor de inwoners stijgen in 2026 slechts een beetje.
Inwoners in huurwoningen betalen gemiddeld 9 tot 11 euro meer per jaar.
Huiseigenaren met een gemiddelde woningwaarde betalen 49 euro extra per jaar.
Het college zet de algemene reserve van de gemeente op een verantwoorde manier in. Op 1 januari 2026 is deze reserve ruim 23 miljoen euro waard.
Het college stelt voor om de komende jaren kleine bedragen uit deze spaarpot te gebruiken:
In 2026: ongeveer € 900.000.
In 2027: bijna € 300.000
In 2029: € 700.000.
Wethouder financiën Audrey Rohen zegt hierover: "We laten een financieel gezond huishoudboekje achter. Er is ruimte om te blijven investeren in noodzakelijke voorzieningen. Dit plan zorgt voor een sterke en leefbare gemeente."
Dit is de laatste begroting die dit college maakt. In maart 2026 kiest de bevolking een nieuwe gemeenteraad. De zittende gemeenteraad vergadert 6 november over de begroting.