Tijdens het tweede Sportontbijt werd duidelijk dat sportbonden hun peilen volstrekt anders op hun leden moeten richten. Maar hoe dat dan moet. Tja, dat is nog lang niet duidelijk
Het verleden
Om de toekomst vorm te geven is het goed de geschiedenis in te duiken. Dat hadden de organisatoren van “Sport & Zaken” bedacht. Daarom kwam Daniël Rewijk (Mulier instituut) vertellen hoe Pim Mulier (1865 – 1954) tegen sport aan keek. Hij vond sport maatschappelijk buitengewoon belangrijk, omdat mensen, die sporten sterker worden. Een sterke mensen had Nederland nodig om een sterke positie in de wereld te kunnen houden. Hij vond breedtesprot dan ook veel belangrijker dan topsport. Voor zijn tijd was sport iets van de hogere klassen en hij heeft er voor gezorgd, dat sport volkser werd.
Het heden
Erik Lenselink (NOC*NSF) toonde aan, dat de deelname aan sport in Nederland gigantisch hoog is. Ruim 10 miljoen Nederlanders zijn sportbeoefenaar. Nederland staat daarmee in het rijtje van de hoogste 10 landen in de wereld. Twee derde van al die beoefenaren doen dat bij een club, waardoor de club is sociaal anker in de samenleving is.
De belangstelling voor fitness neemt toe, evenals die voor wandelen hardlopen atletiek en andere individuele sporten. Clubs hebben het – mede daardoor – moeilijk en daarom moet het in de toekomst anders. Hoe, dat is niet duidelijk, maar de sportkoepel heeft wel vast gesteld, dat besturen van succesvolle verenigingen divers qua samenstelling zijn en dat een bestuurder niet lang blijft. Besturen zouden dan ook anders samen gesteld moeten worden. Bovendien moeten clubs veel meer naar hun omgeving en hun leden luisteren en daar op inspelen: “De Open Club”
Saillant detail: de koepel NOVC*NSF beschikt over veel data, waardoor precies te zien is, hoeveel er in een straat aan sport gedaan wordt!
De toekomst
Volgens Laura Jonker (KNVB) moet de strategie van bonden en clubs dan ook veel meer afgestemd worden, op wat er in de omgeving van de club leeft. Want, mensen willen bij een club porten ook vanwege sociale contacten, die dat oplevert.
Over weten wat er in de omgeving speelt, had Jonker een aardig voorbeeld. Jongens gaan om een heel andere reden voetballen dan meisjes. Jongens gaan op voetbal, omdat iedereen dat doet. Meisjes gaan op voetbal, omdat ze er mee in aanraking komen. Als club doe je er dus goed aan evenementen voor meisjes te organiseren, waardoor ze met voetbal in aanraking komen.
En toen
Nadat Guido Klomp had uitgelegd hoe marketing verandert en dus ook sport en marketing gingen de meer dan 100 aanwezigen in De Klepperman aan de koffie en met elkaar in gesprek. Het was voor hen (vooral bestuurders van de sportwereld) een interessante ochtend.
