Manometrie tegen brandend maagzuur

12 jan 2018, 18:06 Nieuws
20118 01 12 meander mamometrie

AMERSFOORT - Voor functieonderzoek bij reflux- of bekkenbodemklachten kunnen patiënten nu terecht in Meander Medisch Centrum.

Dankzij de komst van nieuwe apparatuur is het mogelijk om geavanceerd onderzoek te doen van de werking van de slokdarm en de endeldarm, de zogeheten manometrie.

Daarnaast kunnen er zuurmetingen gedaan worden, om de mate van blootstelling van de slokdarm aan maagzuur heel nauwkeurig vast te leggen. De aanschaf sluit aan bij de ambitie van Meander om alle zorg bij refluxziekte, middenrifbreuken en endeldarmverzakking in eigen huis aan te bieden.

Mensen met refluxziekte hebben last van het terugstromen van de maaginhoud in de slokdarm. Dit staat bekend als brandend maagzuur. Talloze Nederlanders hebben daar last van. Gelukkig kunnen de meeste mensen behandeld worden met dieetmaatregelen of medicijnen. Voor een deel van de patiënten is echter een operatie de beste optie.

Meander Medisch Centrum is een landelijk expertisecentrum voor antireflux operaties en bekkenbodem. Het ziekenhuis in Amersfoort voert ongeveer een kwart van alle middenrif- en maagklepoperaties uit in Nederland. Het nieuwe functielaboratorium maakt het mogelijk om nog betere diagnostiek te verrichten bij middenrifbreuken en refluxziekte. Met deze techniek kan bepaald worden welke mensen werkelijk baat zullen hebben bij een operatie.

Chirurg prof. dr. Ivo Broeders (links op de foto): “De investering dient in even grote mate ons kenniscentrum bekkenbodemzorg. Het is van essentieel belang om bij incontinentie onderscheid te maken tussen verzakking van de endeldarm en tussen stoornissen in de werking van de kringspier. Dit bepaalt namelijk welke operatietechniek gebruikt moet worden om het probleem op te lossen. We zijn blij met de komst van deze laatste schakel in het diagnostisch traject in middenrif- en bekkenbodemzorg, en daarnaast zijn we trots op de toewijding van de poliassistentes, die een intensieve training hebben gevolgd om de onderzoeken te kunnen begeleiden.”