Ben blogt over winkelwagenworstelen

Foto:

Een vrouw vraagt in de Aldi aan de man achter haar om afstand te houden.

Het escaleert.

Winkelwagens worden in de strijd geworpen. Medewerkers proberen de gemoederen te bedaren, maar kiezen voor hun eigen veiligheid nu de confrontatie fysiek ontspoort. Dan speelt de man zijn laatste troef uit: hij tuft de vrouw in haar gezicht. Laten we ons nog aanspreken op ons gedrag?

In het AD vertelt de vrouw dat ze zich wel twee keer bedenkt voor ze weer iemand aanspreekt op zijn 1,5 metergedrag. En dat terwijl ze alle reden heeft om voorzichtig te zijn: ze lijdt aan een chronische darmontsteking, een corona-infectie kan haar zomaar tot IC-patiënt maken.

De man achter haar in de kassarij lapt de 1,5 meter aan zijn laars – de markeringen op de vloer zijn voor iedereen bestemd behalve voor hem. Ze werpt hem boze blikken toe, maar daar ‘doet hij niks mee’. Als hij dan ook nog vóór zijn kar gaat staan, voelt de vrouw de corona angstig dichtbij komen. Ze zegt er wat van.

De man pikt het niet. Het gaat van kwaad tot erger: van scheldkanonnades tot een heuse veldslag met winkelkarren. Wat maakt een ander aanspreken op zijn gedrag zo lastig? Zorgt de dreiging van een verraderlijk virus voor korte lontjes? Is het vandaag de dag sowieso oppassen met dat aanspreken? Of is het een kwestie van ‘techniek’?

Als ik bij psychologen in mijn omgeving te rade ga, krijg ik het advies mijn verzoek vanuit de ‘ik’ te stellen. Op een vriendelijke en respectvolle toon. Bijvoorbeeld: ik ben voorzichtig met het virus en hou graag afstand. Zou u daar rekening mee willen houden? Daarbij een ‘stapje terug doen’ werkt de-escalerend – daarmee geef ik non-verbaal aan geen bedreiging te vormen. Dat werkt beter dan op hoge toon blazen: ik wil dat jíj afstand houdt. Politieagentje spelen werkt meestal averechts.

Een coach, die thuis is in neurolingüistisch programmeren, raadt me aan eerst mijn stemming te peilen. Ben ik boos? Grote kans dat ik dan een bozige vraag stel, die een kwaaie reactie oproept. Zoals een hooligan in knokstemming al gauw een vechtjas tegenover zich vindt. Het is beter vanuit innerlijke rust de vraag te stellen. Eerst volgen, dan leiden, voegt de nlp-coach eraan toe.

Maar ja, niet iedereen heeft professionele vaardigheden om de juiste vraag op de juiste toon te stellen. De vrouw is – zo stel ik me voor – bang om ziek te worden. Ze windt zich op over een medeburger die zich niet aan de regels houdt.

Wat zou ik gedaan hebben? Ik denk dat ik op vriendelijke toon gezegd zou hebben dat ik voorzichtig ben met het virus en daarom graag afstand hou. Maar sommige mensen laten zich niet aanspreken. Ik kan ook die hooligan in knokstemming tegenkomen. Wat dan? Ik denk dat ik dan uit de rij zou stappen en achteraan zou sluiten. Niet de confrontatie zoeken, maar ‘erboven staan’, ‘wijzer wezen’ (en onder het weglopen misprijzend mijn hoofd schudden om zo veel onbehouwen botheid). Misschien dat die hooligan dan alsnog met zijn winkelwagen op mij in gaat beuken. Sommige dingen heb je niet in de hand.

De vrouw in de Aldi verzeilt ongewild in een winkelwagenworsteling. Sprak zij de man vriendelijk en respectvol aan? Vanuit de ‘ik’? Nou nee. Toen de man voor zijn winkelkar ging staan en haar te na kwam, beet ze hem toe: ‘Als je zo dichtbij komt, kun je in mijn neusgaten pissen.’

Toen ging de man over de zeik. En tufte hij van zich af.

Tekst nodig? Laat woorden werken. Ben Tekstschrijver uit Hoevelaken schrijft voor alle sectoren, zorg en welzijn is zijn specialiteit.
Meer informatie? Meer blogs lezen? Kijk op mijn site. Nooit meer een blog missen? Word vaste lezer. Meld u aan via de website.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen