Grootse hijspartij bij Rootselaar (video)

Foto:

Cryovat levert 2 LNG tanks van 610.000 liter aan de cruisevaart.

Rootselaar is sinds 1957 een begrip in Nijkerk en omgeving. En ver daar buiten in de olie- en gas wereld, daar waar sprake is van energie.

Naast het produceren van LPG-tanks en speciale drukvaten, is Rootselaar de afgelopen tientallen jaren druk geweest met innovaties die, zoals dat vandaag de dag heet, te maken hebben met energietransitie. Sinds begin van deze eeuw heeft dat geresulteerd in de bouw van LNG (Liquefied Natural Gas) tanks voor transport in de vorm van tankcontainers, als lading tanks voor schepen, brandstoftanks op schepen, tanks voor truckvulstations en bunkerlocaties voor de scheepvaart.

Dat doet Rootselaar onder de naam Cryovat.

LNG, vloeibaar bij een temperatuur van -162 °C, wordt steeds meer ingezet als alternatieve brandstof voor schepen en voor vrachtwagens. LNG is immers beduidend schoner dan zware stookolie of diesel: de uitstoot van de hoeveelheid fijnstof is verwaarloosbaar, de emissie van stikstofoxides en zwaveloxides ligt veel lager, en de CO2-uitstoot reduceert eveneens. Door inzet van Bio-LNG wordt de CO2 reductie nog groter. Met andere woorden, het gebruik van LNG-tanks als brandstoftanks helpt sectoren schoner te worden.
Een goed voorbeeld was te zien op 22 maart tijdens het verladen bij Cryovat van twee LNG tanks met een volume van 610 m3 (i.e. 610.000 liter) voor een cruiseschip waarop ca. 4000 passagiers en 3000 bemanningsleden kunnen verblijven. De dubbelwandige RVS tanks hebben een diameter van 6.75 meter, lengte van 26 meter en allebei een gewicht van 200.000 kilo.

Naast deze innovatie is een begin gemaakt met de ontwikkeling van vloeibare waterstoftanks, waar het kookpunt op -253 ᵒ C ligt. Waterstof wordt ook wel de energie van de toekomst genoemd, omdat bij verbranding hiervan geen CO2-uitstoot of fijnstof vrijkomt. Cryovat heeft de focus liggen op de ontwikkeling van opslagtanks voor waterstof, zowel stationair als voor transport en de maritieme sector.

Henry Hamstra filmde het vervolg

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen