Ben blogt over “De kauw uit de lucht”

Foto:

Het rondje met het hondje is een feest.

Kleurige klaprozen in lentegroen gras. Maar dan: langs een bosschage hangen drie jonge jongens over hun fietsen. Om hen heen ligt rommel: een plastic bakje, een lege chipszak, een fles.

Is deze gastjes niet bijgebracht dat je dat niet doet? Rotzooi van je af gooien? Waar gaat het heen met onze wereld?
Ga ik die knapen bestraffend toespreken? Nee, ik ga het anders doen: ik pak de rommel op en loop door. Zonder een boze blik, zonder een onvertogen woord, waardig. Hopelijk daalt dan het besef in dat we alleen samen de wereld een beetje leefbaar kunnen houden.

Ik pak het witte bakje, er zit nog water in, kiep ‘m leeg. Zie nu een kauw in het gras liggen. Roerloos. Dood, zo te zien. Ach…. Ik laat het zo, de natuur lost het wel op.
Ik pak ook de chipszak. De fles zit nog vol water, die laat ik liggen.
’Meneer, dat bakje is van ons,’ zegt een van de jongens.
‘O, ik dacht dat jullie het weggegooid hadden,’ zeg ik, en zet het bakje weer terug in het gras.
Met de chipszak in mijn hand loop ik door, de hond achter me aan. De kauw is uit de lucht, mompel ik. Ik verbied mezelf te lachen om de woordspeling.

Ik ben al twintig meter verder als ik een van de jongens achter me hoor: ‘Meneer, meneer…’
Het is de jongen die me daarnet ook aansprak, hij is me achterna gefietst.
‘Meneer, waarom gooide u dat bakje leeg?’ Uit zijn toon spreekt verbazing en verwijt.
‘Dat bakje leeg?’
‘Ja, daar zat water in voor die vogel.’
‘Die vogel? Die is toch dood?’
‘Nee, de vogel leeft nog. De dierenambulance komt over tien minuten. We hadden zolang een bakje water bij hem neergezet.’
‘Jeetje, dat wist ik niet. Ik dacht dat jullie je rommel lieten slingeren. Daar lag toch nog een fles water in het gras? Kun je daar het bakje niet mee vullen?’
‘Nee, daar zat geen water in, maar 7Up.’

Ik zit fout, heel fout. Het minste wat ik kan doen is volmondig mijn excuus aanbieden.
‘Sorry, ik had jullie bakje niet leeg moeten gooien. Hartstikke goed dat jullie de dierenambulance hebben gebeld. Ik hoop dat het goed komt met de vogel. Aan jullie heeft het in ieder geval niet gelegen.’
De jongen zegt niks. Lijkt mijn excuus te accepteren. Keert om en fietst terug naar zijn vriendjes. Zonder een boze blik, zonder een onvertogen woord, waardig.

Ik hoop dat na mijn excuus de kou uit de lucht is. Ben nu vooral boos op mezelf. Ik lijk wel zo’n narrige bejaarde die altijd wat te klagen heeft over de jeugd. Hoe kon ik de situatie zo verkeerd inschatten? De les: don’t judge a book by it’s cover, oordeel niet te snel.

Als mijn hond even later een reukpauze neemt, denk ik aan de chipszak in mijn hand. Die zak heeft toch niks te maken met dat vogeltje? Ze hebben het terminale beest toch geen chips gevoerd? Zal ik teruggaan om ze duidelijk te maken dat ze geen chipszakken van zich af moeten gooien? Nee, dat ga ik niet doen. Die jongens bekommeren zich om de vogel, ik zorg dat de chipszak in de vuilnisbak komt. Samen houden we onze wereld leefbaar.

Tekst nodig? Laat woorden werken. Ben Tekstschrijver uit Hoevelaken schrijft voor alle sectoren, zorg en welzijn is zijn specialiteit.
Meer informatie? Meer blogs lezen? Kijk op mijn site. Nooit meer een blog missen? Word vaste lezer. Meld u aan via de website.

Columnisten hebben de vrijheid hun mening te geven en hoeven zich niet te houden aan de journalistieke regels voor objectiviteit. 
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen