GEMEENTE NIJKERK – Leerlingen die dyslexie hebben, moeten goede hulp en begeleiding krijgen. Daarom is het nodig dat er duidelijkheid komt over welke leerlingen echt dyslexie hebben en welke leerlingen een ander leesprobleem hebben. Op het afstemmingsoverleg op 2 maart werden door de scholen voor voortgezet onderwijs en (Speciaal) basisonderwijs in de gemeente Nijkerk afspraken gemaakt, die de basis gaan vormen voor een adequate aanpak van de dyslexieproblematiek in Nijkerk, Nijkerkerveen en Hoevelaken.
GEMEENTE NIJKERK – Leerlingen die dyslexie hebben, moeten goede hulp en begeleiding krijgen. Daarom is het nodig dat er duidelijkheid komt over welke leerlingen echt dyslexie hebben en welke leerlingen een ander leesprobleem hebben. Op het afstemmingsoverleg op 2 maart werden door de scholen voor voortgezet onderwijs en (Speciaal) basisonderwijs in de gemeente Nijkerk afspraken gemaakt, die de basis gaan vormen voor een adequate aanpak van de dyslexieproblematiek in Nijkerk, Nijkerkerveen en Hoevelaken.
Vertegenwoordigers van scholen van diverse signatuur met leerlingen van verschillende leeftijden en doelgroepen kwamen op de locatie van Accent Praktijkonderwijs Nijkerk samen om af te stemmen over de problematiek. Eensgezind en zeer betrokken werkten de collega’s aan dit thema vanuit de Lokale Educatieve Agenda (LEA), een door de gemeente Nijkerk geïnitieerd overleg. En dit met een gezamenlijke ambitie, ondersteund door alle LEA-partners van het bestrijden van onderwijsachterstanden en het terugdringen van de achterstandsproblematiek.
Binnen het LEA-thema doorgaande leerlijnen is gekozen voor de innovatie afstemming dyslexie. Er blijkt namelijk verschillend omgegaan te worden met dyslexie door de diverse scholen; dit kan leerlingen hinderen om tot een doorgaande leerlijn te komen. Er is geconstateerd dat, in Nederland en ook in Nijkerk, er dyslexieverklaringen worden afgegeven aan jongeren, die niet voldoen aan de criteria voor dyslexie en wellicht helemaal geen dyslexie hebben.
Op de middag kregen de aanwezigen (de mentoren, docenten, Intern begeleiders en leesspecialisten) informatie over wat dyslexie is, hoe het geconstateerd wordt, hoe de overdracht geregeld kan worden tussen de verschillende scholen. Bovendien hadden twee Nijkerkse collega’s, één van het voortgezet en één van het primair onderwijs, twee lesvoorbeelden ter beschikking gesteld. In deze voorbeelden van good pratice kon men zien hoe je in de klas adequate begeleiding aan kinderen met dyslexie kan geven. De organisatie en inhoud lag in handen van Monique Hoogduin en Ada Oskam van Eduniek. Het kwaliteitsinstituut Dyslexie heeft aan Eduniek het Keurmerk Kwaliteitsinstituut Dyslexie toegekend. Met het toekennen van het Keurmerk garandeert het Kwaliteitsinstituut Dyslexie dat Eduniek voldoet aan alle door het Protocol Dyslexie Diagnose en Behandeling gestelde eisen.
De afspraken
Namens de stuurgroep LEA VI PO VO én de werkgroep Afstemming Dyslexie, mocht Jan Hofman, coördinator van dit project en locatieleider van Accent Nijkerk, de gemaakte afspraken toelichten. De afspraken betreffen: het dyslexieprotocol, Het masterplan dyslexie ( http://www.masterplandyslexie.nl), het verkrijgen van een dyslexieverklaring en over de overdracht van de leerlinggegevens. Voor een doorgaande leerlijn van het primair naar het voortgezet onderwijs is overleg over leerlingen met (mogelijke) dyslexie een noodzaak. En bij het uitgeven van een dyslexieverklaring moet er altijd overleg met de school van de leerling zijn!
De conclusie van de middag was tevens, dat soms dyslexie nog niet vastgesteld is in het basisonderwijs. Dit kan komen doordat de leerling het tot dan toe zonder hulp heeft kunnen redden. Vaak zijn het leerlingen met een groot compenserend vermogen die dankzij hun intelligentie en doorzettingsvermogen door het basisonderwijs zijn gekomen.
Bij 25% van de dyslectische leerlingen komt de leerstoornis pas in het voortgezet onderwijs aan het licht. De dyslexie uit zich dan bij het leren van grammatica en rijtjes voor de vreemde talen en/of bij de signaleringstoets die in de brugklas wordt afgenomen. Nader onderzoek kan dan uitwijzen of er daadwerkelijk sprake is van dyslexie. In uitzonderlijke gevallen wordt dyslexie pas in de bovenbouw zichtbaar, omdat de leerling al die tijd zijn lees- en spellingsproblemen heeft weten te compenseren. Het is hoopgevend dat de scholen in Nijkerk willen investeren in een schoolbeleid en onderlinge afstemming rond de dyslexieproblematiek en zich hierbij gesteund te worden door het college van de gemeente Nijkerk.