Vrijdag lagen de broodjes voor de lunchsessie over racisme en discriminatie.
Iedereen was van harte welkom en zo'n 20 mensen, waaronder een paar raadsleden, gingen er in de Renkemazaal eens goed voor zitten. Één deelnemer vond het na een kwartiertje maar niks en nam de kuierlatten.
De anderen luisterden naar wethouder Marianne Klein. Ze verving de zieke collega Rohen. Tegelijkertijd vond ze dat dit onderwerp eigenlijk iedere wethouder en de burgemeester aangaat. Volgens haar zijn we in onze gemeente op de goede weg. Als voorbeeld noemde ze de komst van de AZC's. Ondanks de - zeker in het begin - grote tegenstellingen is het gelukt om met elkaar in gesprekken te blijven. "Terwijl we toch zo gemakkelijk tegenover elkaar hadden kunnen komen te staan."
Aan de hand van een paar voorbeelden probeerde Joëlle Servais (van Vizier) daarna haar toehoorders te laten inzien, dat we die allemaal blijken te hebben. Dat at overigens niet erg is, maar dat we ons er wel meer bewust van zouden mogen zijn.
Ze liet onder andere deze video zien.
Op 21 maart is de Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie. Deze dag is in het leven geroepen door de Verenigde Naties en herinnert ons aan de noodzaak om racisme, uitsluiting en ongelijkheid actief tegen te gaan. Racisme en discriminatie hebben een grote impact op mensen en gemeenschappen.
Het is belangrijk dat we ons daar bewust van zijn. Dat is een belangrijke stap naar een samenleving waarin iedereen mee mag doen. Daarom organiseerde de gemeente deze lunchsessie.
Dat blijkt uit een onderzoek van het CBS uit 2024. Dat laat zien, dat mensen met een Nederlandse herkomst niet alleen het vaakst contact hebben binnen de eigen groep, maar ook nog eens weinig contact met andere herkomstgroepen.
In 1985 lag dat rond de 25 procent en in 2011-2012 rond de 50 procent. Ook de recent CBS-cijfers laten geen rooskleurig beeld zien van de houding van Nederlanders zonder migratieachtergrond: terwijl over het geheel genomen opvattingen over culturele diversiteit een overwegend positief beeld laat zien, vormt de Nederlandse herkomstgroep (samen met de Poolse herkomstgroep) een uitzondering op dit positieve beeld. Ongeveer de helft van hen oordeelt (vooral) negatief over culturele diversiteit. (bron: de Volkskrant)