De gemeente staat met de rug tegen de muur. Dat vinden alle partijen, wanneer het gaat om de financiële gang van zaken bij Optisport.
Wethouder Abouyaakoub vond haar eigen voorstel aan de raad pijnlijk en ongemakkelijk, maar wel het gevolg van de situatie, waar Optisport de gemeente gebracht heeft. Dat bestreed Blankensteijn (CDA), omdat de wethouder zelf bij het aanbestedingsproces is geweest. Hij hield haar dus ook deels verantwoordelijk voor de situatie, die is ontstaan.
Optisport dreigt de stekker eruit te trekken, wanneer de onderneming 4 ton moet blijven betalen. Daarom gaan alle partijen ermee akkoord, dat Optisport de komende jaren 2,5 ton gaat betalen. (Tenzij Optisport weer winst gaat maken.) Uit de geheime stukken concludeerden alle partijen, dat deze oplossing de minst slechte van alle mogelijkheden is.
Ook Blankensteijn (CDA) ging akkoord, maar volgens hem is het niet uit te leggen aan de inwoners. Het bedrijf is zelf verantwoordelijk voor verliezen en niet de samenleving. "Zonde van het gemeenschapsgeld." Maar we hebben geen keus, want elke andere oplossing is alleen maar duurder. Klompenhouwer (De Lokale Partij): "De belangen van de sporters zijn zo het beste gediend."
Dat was de teneur van alle partijen.
Wethouder Abouyaakoub en Moes (PRO21) benadrukten, dat Optisport nu wel aan zet is en alles op alles moet zetten om de dienstverlening 100% op orde te brengen.
Er werd ook teruggekeken naar het aanbestedingsproces in 2017. Volgens Van der Woerd (VVD) is dat extra zorgvuldig uitgevoerd. De aanbieding van Optisport was - volgens deskundigen - niet te mooi om waar te zijn. Er was geen reden voor twijfel. Maar er zit één belangrijke weeffout in. Optisport is niet gevraagd eventuele verliezen voor eigen rekening te nemen (de zogeheten concerngarantie). Het CDA was het niet eens met de VVDconclusie, dat dat proces zorgvuldig verlopen was.
In de zijlijn werd ook nog gesproken over de huurprijs , die clubs moeten betalen. Flevo had dat probleem op tafel gelegd. Vanavond werd het daar zo weer vanaf geveegd, omdat dat bij het vaststellen van het subsidiebeleid aan de orde moet komen.