Ik droeg blogs op aan mijn moeder en schreef er een over mijn vader. Dit blog draag ik op aan Elly.
De liefde van mijn leven. Daar is nu alle reden voor: ze werd 65 en ging 1 oktober 2025 met pensioen.
We kijken Wimbledon. Vallen in een dubbel, met de Nederlander Pel. Ik vraag: ‘Spelen de dubbels op Wimbledon ook voor drie gewonnen sets?’ Elly: ‘Ja jemig, weet ik veel, ik ben Wikipedia niet.’
Elly is van cijfers én letters. Ze doet de boekhouding én corrigeert mijn teksten voor ze de deur uitgaan. Letters lust ze rauw – op de camping las ze deze zomer acht stevige boeken uit. Taal kan bij ons zomaar – op elk moment – de kop opsteken.
Voorbeeld: we wachten op het NOS Journaal, Elly zit te wordfeuden. Ineens raken we verzeild in een discussie over ‘het neusje van de zalm’. Althans, ík bestook haar met vragen. Waar komt die term vandaan? Het neusje van de zalm suggereert toch dat dit het lekkerste van de zalm is? Maar als ik een moot zalm eet, zit daar nooit een neus bij. Die kop gaat er altijd af. Toch?
Elly kijkt verstoord op van haar Wordfeud. ‘Ik heb effe geen zin om hierover na te denken,’ mompelt ze.
‘En hoe zit dat dan met een varkenshaasje?’ dram ik verder. ‘Dat is toch het beste van het varken? Maar ik heb nog nooit lange oren op mijn bord gezien. Hoe zit dat Elly? Jij bent mijn taaladviseur, jij moet dat toch weten?’
‘Ja jemig, weet ik veel, ik ben Wikipedia niet.’
Vrienden schreven ooit een gedicht voor ons. Met de regels:
Ben is van twijfel en aarzel, van wikken en wegen.
Elly hakt liever knopen door, niet te verlegen.
Dat klopt wel. Terwijl ik nog nadenk over de voors en tegens, geeft Elly het beslissende zetje. Zetten we een dakkapel op ons huis? Gaan we uitbouwen? Nog een kind erbij? Ook bij de start van Ben Tekstschrijver was het Elly die zei: ‘Oké, stap in, we gaan nu naar de Kamer van Koophandel.’
'Ja maar Elly, hoeveel gaat dit eigen bedrijf me dan netto opleveren?’
‘Ja jemig, jij altijd met je vragen, ik ben Wikipedia niet. Kom, we gaan.’
Elly heeft een nuchtere kijk op de wereld en kan heel overtuigend zijn. We lopen in een dierentuin en kijken naar struisvogels.
‘Kan een struisvogel vliegen?’
‘Nee, het is een loopvogel.’
‘Maar waarom hebben ze dan vleugels?’
‘Om hun jongen in te bewaren.’
‘Hoe weet je dat, heb je dat op een bordje hier gelezen?’
‘Nee, dat verzin ik ter plekke.’
'Dus je weet het niet zeker?’
‘Nee natuurlijk niet, ik ben Wikipedia niet.’
Elly is van nuchter analyseren en doorpakken. Het aantal goede beslissingen die zij nam, is… Elly: ‘Dat. Het aantal dat…’
Precies, dat bedoel ik. Niet meer te tellen.
Maar ze is toch vooral de Elly van kinderen en kleinkinderen. De hulplijn staat altijd open. Ze kan ook eindeloos voorlezen. Ik kan dat niet. Halverwege het verhaaltje van Dikkie Dik begin ik te gapen, worden mijn oogleden zwaar, en praat ik steeds langzzzaaamer en zzzzzachter-r-r. Tot Dikkie Dik nauwelijks nog een woord uitbrengt. Het kleinkind voelt het verhaal wegzakken, kijkt omhoog en ziet een dommelende opa.
'Ja maar Elly, doet voorlezen dan misschien iets met de melatoninespiegel in mijn bloed?’
‘Ja jemig, weet ik veel, ik ben Wikipedia niet.’
We zijn een goed setje, al 45 jaar. Ik ben blij met haar kennis van cijfers en letters. Met haar vermogen om door te pakken. Met haar onvoorwaardelijke liefde voor onze kinderen en kleinkinderen.
‘Elly, je weet toch dat ik dat fantastisch vindt?’
‘Foei Ben, vind, zonder t…
’Maar je weet toch dat ik zielsveel van je hou?
'Ja Bennie, dat weet ik. Ook al ben ik Wikipedia niet.’