Hans den Haan over : "Het zweefleven"

17 nov , 9:00 Columns
2022 01 07 hans den haan 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 6 1 1
Toen ik 20 was, woonde ik nog bij m’n ouders thuis. Ik sliep op zolder. M’n moeder zei wel eens: “Jij hebt van die vreemde dingen die niemand gelooft.”
Nou, dat kun je wel zeggen. Na drie ufo’s.
Ik deed toen aan kundalini-yoga. Een soort yoga waarbij je energiestromen door je lichaam stuurt. Aan de hand van ademhaling en verbeeldingskracht.
Iemand zei ooit: “Pas maar op. Je krijgt er vreemde dromen van.”
Nou, dat klopt wel. Nou slikte ik in die tijd dagelijks een handvol medicijnen. De zogeheten PAS-tabletten. Want TBC. Opgelopen in Oostenrijk toen ik rauwe melk dronk. En die chemie kan wellicht ook iets met je hersenen doen. Gelukkig inmiddels al 55 jaar uitgewerkt. En 55 jaar genezen.
Het duurde niet lang voordat ik een rare droom had. Voor m’n gevoel werd ik wakker, zag m’n slaapkamer en ik was er met m’n kop volledig bij. Totdat ik voelde dat ik zweefde. Dat was vreemd.
Ik kon me verplaatsen naar horizontale positie en bevond mij zomaar naast m’n bed. Ik zweefde wat rond door de kamer. Het was een zeer bizarre droom.
Nou had ik wel eens gelezen over uittredingsdromen. Schijnbaar uittreden uit je lichaam. Dus ik snapte dat dit misschien wel zo’n soort droom was. Ik had ook gelezen dat je dan gewoon door een deur heen kon gaan. Ik stond voor die dichte deur en dacht: ik duik er maar gewoon in. En inderdaad: ik ging er dwars doorheen. Dat was natuurlijk fantasie.
Nou geloven veel mensen dat bij zo’n uittredingsdroom je ziel echt je lichaam verlaat. Maar ik was nog niet echt overtuigd. Ik dacht toch meer aan een zeer heldere droom, waarbij je weet dat je droomt. Een lucide droom.
Per slot kennen je hersenen elk detail van je huis. En ze zijn gemakkelijk in staat om je een gedetailleerd beeld van je woning voor te toveren.
Nou heeft de psychologe Susan Blackmore ook zelf dit soort uittredingsdromen gehad. Zij zweefde zelfs boven de stad. Maar zij heeft een boek geschreven, “Seeing myself”, waarin ze betoogt dat dit feitelijk dromen zijn. En dat je ziel je lichaam verlaat, daar is er geen sprake van. Zij denkt dat onder meer omdat je soms dingen anders ziet dan ze in werkelijkheid zijn. Zoals de torentjes op het universiteitsgebouw dat zij zag. Of er zit een raam op een plek waar feitelijk geen raam is.
Bovendien heeft Michael Persinger experimenten gedaan met elektrische hersenactivatie, waarbij mensen ook het gevoel hadden zich buiten het lichaam te bevinden.
Maar je hebt de ervaring dat je echt wakker bent. Dat is wel zo. Je hebt het bewuste denken paraat. Dat noemt men lucide, dus heldere dromen.
Maar waarschijnlijk heeft Blackmore gelijk. Het zijn gewoon dromen.
Maar er gebeuren vreemde dingen. Zo zag ik een keer tijdens een uittredingsdroom dat mijn moeder wasgoed op het ouderlijk bed had uitgespreid. Ik sliep meestal uit in het weekend en zij was altijd vroeg op. Meteen nadat ik echt wakker was ben ik gaan kijken. En het wasgoed lag er inderdaad.
Maar ongetwijfeld deed ze dat vaker op zaterdag en had ik dat een keer eerder gezien. Dus dit kan toch een soort toevalstreffer zijn geweest. En dus alleen maar een droom.
Een andere keer zweefde ik boven het dak van het huis. Ik zag de dakpannen onder me. En ik besefte (in deze droom) dat mijn lichaam onder dat dak lag en dat ik daarnaar terug moest. Ik besloot maar in het dak te duiken zoals je in een zwembad duikt. En met een grote boog en veel lawaai keerde ik weer terug in m’n bed. Althans dat was mijn droom-ervaring.
Maar ik bedacht later dat je hersenen ook uitstekend een beeld van het dak van je huis kunnen maken. Per slot droom je soms gedetailleerd. Dat je in een winkelstraat loopt, honderden mensen ziet enzovoort. Maar dat zijn toch allemaal maar dromen. En waarschijnlijk was ook dit een heldere droom. Maar wel een bijzondere droom. Ik maakte me er niet druk om.
Nou zijn er in de parapsychologie experimenten gedaan met mensen die konden uittreden uit het lichaam. Althans die meenden dat ze dat konden, al zijn het feitelijk dromen. Zoals Robert Monroe, die er drie boeken over heeft geschreven. De officiële term voor dit soort ervaring is “astral projection”.
De parapsycholoog Charles Tart heeft deze proeven gedaan. Monroe moest tijdens een uittreding een getal lezen dat op een bordje boven zijn bed was gehangen met de tekst naar het plafond. Zodat hij echt uit zijn lichaam moest om het getal te lezen.
En hij moest naar een voor hem onbekende kamer gaan, waar twee mensen op de bank zaten en die kamer beschrijven. Het bordje kon hij niet eens vinden. En de beschrijving van de kamer hield ook niet over. Dus nou ja. Het zijn toch alleen maar heldere dromen.
Een keer droomde ik dat ik door het raam van m’n slaapzolder naar buiten ging. Het was weer eens een heldere droom. Alsof ik wakker was.
Ik kwam terecht op een enorme sneeuwvlakte. En een honderd meter van mij vandaan zag ik alleen de bovenverdieping van het huis in het landschap staan. Geheel zwart. Ik dacht: daar moet ik naar terug.
Dit landschap was natuurlijk het product van mijn eigen geest. Maar wel heel echt. Alsof ik wakker was. Maar ik voelde niet eens de kou. Dus het moet een droom zijn geweest.
Ik heb deze uittredingsdromen zo’n 15 jaar gehad. Ik ben eigenlijk altijd alleen maar in m’n huis geweest en in de naaste omgeving. Zo indrukwekkend was het toch niet. Ik kwam nooit op het idee om eens verder weg te gaan kijken. Wat op zich al vreemd is.
Ik zweefde eenmaal voor m’n gevoel boven m’n lichaam in bed. Ik draaide me om en zag m’n eigen gezicht van bovenaf. Tamelijk dichtbij. Ik lag lekker te slapen met m’n hoofd opzij. Maar daar waar de deken over me heen lag, zag ik een enorme kluwen bijen. Geen deken. Duidelijk dat dit toch een droom was. Wel een zeer bewuste en heldere droom.
Ik heb overigens in die 15 jaar ook nooit zoiets als een geest gezien. En ook geen kabouters.
Totdat ik uiteindelijk een soort leren pop voor me zag. Mensgroot. Geen gezicht. Hij of zij veranderde onder meer in een wezen dat totaal met edelstenen was bedekt. Nog steeds geen gezicht. En het wezen kleefde zich vast aan mijn droomzweeflichaam. Dat was best vervelend.Ik moest knokken om me los te maken. En snel m’n lichaam weer in. Althans zoals ik dat droomde. Want dit was natuurlijk niet echt.
Ik werd wakker en moest wel even bijkomen. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt in m’n totale zweefcarrière.
Maar goed, waarschijnlijk had mijn eigen geest dit wezen geschapen. Het was een soort super-echte droomfiguur. Maar wel eng.
Een week daarna ging ik naar een zogeheten psychometrische avond van de spiritistische vereniging Hilversum. Een dame zou aan je horloge of ander persoonlijk voorwerp voelen en melden welke geesten ze zag. Niet dat ik geloofde dat dat kon. Maar ik was gewoon nieuwsgierig wat zo iemand zou zeggen. Of feitelijk verzinnen.
Nou ben ik ook geen grote fan van het spiritisme. Ik geloof er ook niet echt in. Er zijn in de geschiedenis al de nodige zogenaamde spiritistische mediums ontmaskerd, die bedriegers bleken te zijn. Maar goed, ik dacht: dit wordt lachen.
Ik legde inderdaad mijn horloge op de tafel, opdat deze besnuffeld zou worden. De psychometrische dame zei: ik zie een wat oudere vrouw met een bochel achter je staan. Nu kende ik wel zo’n vrouw. Het was mijn oma. Die een jaar daarvoor had gemeend te moeten doodgaan.
Dat zou dus een hit kunnen zijn. Alleen was het enige wat mevrouw psychometrie nog zei dat mijn oma mij liefhad en mij groette. Dat vond ik nou niet echt een openbaring. Dat was mij te simpel. Dus ik werd toch weer sceptisch.
Alleen vroeg de voorzitter van die vereniging of ik na afloop even bij hem kon komen. Oké. Ik word echt geen lid hoor.
Hij zei tegen mij: “Jij hebt uittredingen, hè?”
Ja, als je ze zo noemt. Voor mij zijn het alleen maar heldere dromen.
Hij zei: “Ik krijg een bericht door van geesten dat je ermee moet stoppen. Het wordt gevaarlijk.”
Oké, ik wist niet wat ik ervan moest denken. Maar misschien was het wel goed om ermee te stoppen.
Maar het heeft zeker nog een jaar geduurd voordat ik er vanaf was. Ik ging gewoon iedere keer, als ik voor m’n gevoel m’n lichaam verliet, meteen weer terug.
Ik heb daarna iets minder dan vijftig jaar nooit meer een uittredingsdroom gehad. Terug bij normaal.
Tot een jaar of twee geleden. Toen kwam ik in een vakantiehuisje ’s morgens weer terecht in een toestand tussen waken en slapen in. En ik voelde dat ik via m’n voeten eruit ging. En ik dacht: Oké voor deze ene keer dan maar.
Ik zweefde voor m’n ervaring naar het plafond. Ik zag m’n bedgenote ver onder me op het bed liggen. Geheel wit. Mezelf zag mij niet. M’n plek was leeg.
Maar naast het bed op de vloer zag ik een man liggen. Gekleed stijl jaren dertig van de vorige eeuw. Ik had ogenblikkelijk het gevoel dat ik deze droomfiguur moest wegjagen. Ik stoof op hem af en hij verdween door de muur. Meteen daarna ging ik m’n lichaam weer in. Oké, weer een vreemd avontuur erbij.
En uiteindelijk dacht ik: zou dit echt een geest zijn geweest, die moest worden weggejaagd? Maar later begreep ik het. Dit was gewoon weer een van die heldere en bewuste dromen. Geesten bestaan niet. En uittredingen uit het lichaam ook niet.
bijdrage van Hans den Haan
Columnisten hebben de vrijheid hun mening te geven en hoeven zich niet te houden aan de journalistieke regels voor objectiviteit.