In onze omgeving is het vinden van een huis steeds moeilijker geworden.
Er zijn simpelweg te weinig huizen te koop. Dit probleem wordt ook wel 'woningnood' genoemd. Volgens de NVM, de vereniging van makelaars, zijn er 25% minder huizen te koop vergeleken met een jaar geleden.
Een belangrijke reden is dat veel mensen, vooral ouderen, lang in hun huis blijven wonen. Ze verhuizen minder vaak naar een kleinere woning, zoals een appartement. Dit zorgt ervoor dat er minder huizen vrij komen voor anderen.
- Hoge prijzen: Door de schaarste aan huizen stijgen de prijzen snel. Kopers moeten vaak veel meer betalen dan de vraagprijs.
- Veel concurrentie: Er zijn veel meer mensen op zoek naar een huis dan er huizen beschikbaar zijn. Dit betekent dat kopers hard moeten concurreren om een huis te kunnen kopen.
- Korte zoektijd: Een huis staat gemiddeld maar drie weken te koop. Kopers moeten dus snel beslissen of ze een huis willen kopen.
De NVM pleit voor meer doorstroming op de woningmarkt. Dat betekent dat mensen vaker moeten verhuizen. Vooral ouderen zouden vaker naar een kleinere woning kunnen verhuizen, zodat er meer ruimte komt voor jongeren en gezinnen.
Om dit te bereiken, moeten er meer verschillende soorten woningen gebouwd worden. Niet alleen grote huizen, maar ook kleinere appartementen en seniorenwoningen. Zo kunnen ouderen makkelijker een woning vinden die bij hun past en kunnen jongeren en gezinnen makkelijker doorstromen.
Als je op zoek bent naar een huis in onze omgeving, moet je rekening houden met een lange zoektocht en hoge prijzen. Het is belangrijk om goed voorbereid te zijn en je financiën op orde te hebben.
bron: NVM