CDA-fractievoorzitter Hugo Doornhof staat in 2014 bij de gemeenteraadsverkiezingen niet meer op de lijst van het CDA. Wie hem als lijsttrekker opvolgt, wordt in het najaar duidelijk. Zijn moeder, Truus Doornhof-van Loo, en zijn overleden opa, Gerard van Loo, waren ooit ook raadslid in Nijkerk.
Doornhof (35), in het dagelijks leven bestuursrechtadvocaat in Amsterdam, kwam in 2000 met voorkeurstemmen in de raad van Nijkerk. Bij de volgende verkiezingen werd hij met zijn 23 jaar de jongste CDA-lijsttrekker van Nederland. Het CDA werd met zes zetels de grootste partij. Vanaf 2006 is Doornhof fractieleider en vice-raadsvoorzitter. Bij de laatste verkiezingen van 2010 won het CDA twee zetels, waardoor Doornhof een fractie van acht mensen ging leiden.
Doornhof laat weten zijn functie in het gemeentebestuur nog steeds zinvol en leuk te vinden, maar een periode van 14 jaar gewoon genoeg te vinden. “Het is altijd goed als een fractie bestaat uit mensen met veel en weinig bestuurlijke ervaring. Volgens mij is het nu mijn beurt plaats te maken voor anderen,” verklaart Doornhof. Hij zegt zeker te weten de Nijkerkse politiek te zullen gaan missen. “Van begin af aan heb ik met veel plezier samengewerkt met partijgenoten, collega-gemeentebestuurders en inwoners. Ons werk op het stadhuis is ook belangrijk, al zorgen uiteindelijk families, bedrijven, verenigingen en kerken ervoor dat we trots op onze stad en dorpen kunnen zijn.”
In een reactie brengt partijvoorzitter Nienke Overvliet naar voren dat de lokale afdeling het spijtig vindt dat Doornhof ermee ophoudt: “Hugo is nu eenmaal hét gezicht van onze partij. Anderzijds hebben we begrip voor zijn beslissing.” Wie de nieuwe lijsttrekker van het CDA wordt, zal in het najaar blijken. “We vertrouwen erop dat we een goede opvolger zullen weten te presenteren,” aldus Overvliet.
Tot kort na de verkiezingen in maart 2014 blijft Doornhof in de gemeenteraad. Doornhof: “Ik blijf met m’n fractiegenoten gewoon doorgaan met waar we mee bezig zijn: de dingen waarmaken die we kiezers beloofd hebben.”
In januari tijdens de nieuwjaarsreceptie zei hij er nog niet over na te denken:
