Het geslacht Van Twillert, een boek

Foto:

In het pas verschenen boek “Van Twillert schrijft geschiedenis” neemt de schrijver, Herman van Twillert, ons mee door de ruim zeven eeuwen (!) lange historie van zijn familie.

Hoewel hij al vele jaren niet meer in Spakenburg woont, is hij nog regelmatig hier te vinden, natuurlijk mede dankzij zijn uitgebreide familie. In de inleiding van het fraai uitgevoerde boek vertelt hij hoe de belangstelling voor zijn voorgeslacht ooit begonnen is. Door zijn werk als software ontwikkelaar reisde hij over de hele wereld en toen hij in de jaren zeventig een keer naar Amerika moest, was dit zijn verre neef Willem van Twillert Wzn. ter ore gekomen. Deze had altijd een grote belangstelling voor genealogie gehad en was al jaren bezig om het voorgeslacht van de Van Twillerts uit te pluizen.

Mede hierdoor startte Herman jaren later als hobby met een eigen website, (www.vantwillert.net) waarin de genealogische informatie van de Van Twillers, voor een groot deel al uitgezocht door Willem, was opgenomen. Helaas is Willem, in 2010 overleden. “Van Twillert schrijft geschiedenis” is aan hem opgedragen

Het boek begint met de oorsprong van de naam Van Twiller(t). Het is gebleken dat al in de 14e eeuw in Scherpenzeel een hoeve bestond met de naam het Willaer of ‘t WIllaer. De eigenaar van de hoeve was Ghiselbert van Twiller Jacobs, zo lezen we in een oorkonde uit 1372. Rond het jaar 1500 hadden de Van Twillers zich verplaatst van Scherpenzeel naar Nijkerk, waar ze op ‘Cleijn Twiller’ gingen wonen. Het interessante is, dat in deze familie toen al de namen Wolter (=Wouter) en Sehger (=Zeger) hadden, namen die tot ver in de 20e eeuw nog steeds bij de Van Twillerts voorkwamen. Helaas sterven deze voornamen, die meer dan 600 jaar in de familie hebben gezeten, tegenwoordig uit doordat het vernoemen uit de mode is geraakt en de jeugd vaak de voorkeur geeft aan fantasienamen.

De boerderij Cleijn Twiller stond op Slichtenhorst ten oosten van Nijkerk waar het tot op de dag van vandaag nog steeds is te vinden. Een groep Van Twillers ontvluchtte het stadje en stak over naar de Nieuwe Wereld (Nieuw Nederland), anderen kwamen terecht in onze hoofdstad Amsterdam en het naburige Bunschoten. De mannelijke lijn van de Van Twillers in Nijkerk stierf uit.

In het boek kunnen we de geslachten volgen. We zien dat de Van Twillers in Nijkerk twee takken hadden : de patriciërs en de boerentak. Hun familiewapen is nog te zien op een schilderij uit 1645 dat nog steeds in het plaatselijke (voormalige) weeshuis hangt waar de toenmalige regenten op staan afgebeeld.

In het boek komen uiteraard ook de verrichtingen van Wouter van Twiller in Nieuw Nederland aan de orde. Hij werd door zijn oom Kiliaen van Rensselaer (getrouwd met een Van Twiller), de hoofdgemachtigde van de West Indische Compagnie in Nieuw-Nederland, naar Nieuw-Amsterdam gezonden. Het botste steeds vaker met de Heren XIX en in 1637 werd hij daarom uit zijn ambt ontheven en terug naar Nederland gebracht. Herman is op deze historische plaatsen wezen kijken en heeft veel sporen gevonden van de Van Twillers en de Van Renselaers. In het boek komt ook dit uitgebreid aan de orde compleet met bijbehorende foto’s.

Zoals gezegd waren er ook een aantal Van Twillers uit Nijkerk naar ons eigen Amsterdam verhuisd. Dat gebeurde al in de 17e eeuw. Deze Amsterdamse tak woonde vele generaties lang in de Indische buurt in Amsterdam-Oost

Het boek besteed ook aandacht aan de strijd tussen de graven van Holland, de hertogen van Gelre en de bisschoppen van Utrecht. Het dorp Bunschoten was van strategisch belang en door hun steun aan de bisschop van Utrecht gaf deze in 1383 aan Bunschoten stadsrechten. Door diverse politieke omstandigheden werd zowel in 1439 als in 1506 Bunschoten verwoest, de laatste keer door de bekende Gelderse veldheer Maarten van Rossum (geen familie van beroepsmopperaar Maarten van Rossem). Ook de gebeurtenissen in onze dorpen in de eeuwen daarna worden in het boek beschreven.

Maar goed, hoe komen die Van Twillers nu in Bunschoten terecht ? Het blijkt dat de Van Twillers uit Nijkerk hun familienaam niet hebben kunnen doorgeven. Zij kregen geen mannelijke nakomelingen De naam is wel door neven en achterneven, die via hun boerderij op Slichtenhorst en de Bontepoort naar Bunschoten kwamen, behouden. Een van de vrouwen (Grietje Heijmens van Twiller, getrouwd met Aalbert Gerrits) behield haar naam en gaf die door aan het nageslacht, dus net als bij ons koningshuis het geval is.

Zoon Harmen trouwde in 1822 met Jannetje Varenkamp, afkomstig van een bekende molenaarsfamilie uit het Gooi. Harmen was eerst boer, maar nam later de molen ‘De Hoop’ in Bunschoten over. Zijn zoons hebben daar hun bijnaam ‘Van de meulen’ aan te danken. Zoon Harmen zette het molenbedrijf van zijn jong gestorven vader voort. Helaas overleed Harmen ook op jonge leeftijd en bleef zijn vrouw achter met vier kleine kinderen. Om de molen draaiende te houden huurde zij een knecht in, Cornelus Kelderman. Na zeven jaar trouwden ze met elkaar. Enkele kinderen van hen trouwden later met molenaars elders in het land, maar de zonen Klaas, Bort en Steven hielpen mee op de molen.

In het boek wordt uitgebreid ingegaan op de geschiedenis van deze molen

In het eerste deel van ‘Van Twillert schrijft geschiedenis’ wordt het ontstaan en de geschiedenis van de familie uitgebreid verteld. De vele foto’s en afbeeldingen van oude documenten maken het boek prettig leesbaar. Het leuke is, dat ook veel andere families die al eeuwenlang in onze gemeente wonen, aan de orde komen.

In het tweede deel staan duidelijke stambomen, waar mogelijk ook voorzien van fotomateriaal. Het moet de schrijver heel wat vrije uurtjes gekost hebben om al deze informatie te verzamelen, te rangschikken en leesbaar te maken… Maar, eerlijk is eerlijk, het is een prachtig boek geworden – natuurlijk verplichte kost voor elk familielid – maar ook zeer interessant voor iedereen die iets meer wil weten over dit gsclacht.

Deze recensie is geschreven door Klaas Geuchies

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen