Ben blogt: Winnaar met verrassend vertelperspectief en mooie metafoor

Foto:

Het enige geluid dat ik hoor is het getik van de klok.

Zo nu en dan springt er een vogeltje uit tevoorschijn, dat een paar keer hard roept. Gelukkig hoef ik daar niets meer mee.

Zo begint Lisette van Gorp haar inzending voor de columnwedstrijd van Discura over eenzaamheid. Uit 300 inzendingen kiezen we als jury haar als winnaar. Ze tilt haar tekst naar de top vanwege een verrassend vertelperspectief en een mooie metafoor.

Ooit was ik echt een feestbeest, kon ik nachten doorhalen met mijn buurtgenoten, gaat het verhaal verder.
Ik ben geboeid. Wie is dat feestbeest. Wie is die ik? Even later komt de aap uit de mouw: heel wat nesten heb ik geworpen, kleintjes gelikt, gezoogd en in hun nekvel rondgesjouwd.

De ‘ik’ is een oude poes. De schrijfster houdt dit vertelperspectief consequent vol, waarmee het verhaal de toon van een sprookje krijgt. En net als met een sprookje ligt er een verhaal onder. Het leven van de poes is een metafoor voor oude mensen die een leven van hard werken achter rug hebben, de kinderen het huis uit zagen gaan, de nodige klappen kregen van de levenszweep, en er nu ‘klaar mee zijn’.

Allemaal zijn ze vertrokken. Sommigen kwamen niet ver, die eindigden hun leven platgereden voor het huis. Anderen zijn opgehaald door wildvreemden met hun kinderen, die verrukt in hun net geopende oogjes keken. Nooit meer iets van gehoord.

Het verhaal kantelt als de poes gedwongen wordt te verhuizen. Ze vindt het doodeng, zo eng dat ze niet durft te miauwen. Ze voelt haar warme plas op het dekentje van de mand glijden.

Ik denk aan mijn moeder toen ze verhuisde naar het zorgerf. Haar hele leven had ze op de boerderij gewoond. Uit haar plastic verhuistasje stak een tandenborstel. Die had ze nooit mee hoeven nemen, altijd was ze op dezelfde dag weer thuis, de koeien moesten gemolken. Ze wist dat ze voorgoed wegging, daarom nam ze haar tandenborstel mee. Noodgedwongen verhuizen en weten dat je nooit meer in je vertrouwde omgeving terugkomt. Doodeng.

Ik snap die poes wel.

De oude vrouw praat eindeloos, haar schoot voelt zacht en warm, soms laat ze een foto van haar man zien, dan voelt de poes de tranen van de vrouw op haar vacht glijden.

De poes wordt een grijs gebouw in gedragen, door gangen met allemaal dezelfde deuren. Ze komt bij een grijze, gerimpelde vrouw in een schommelstoel. De poes ziet in de ogen van de vrouw dezelfde verrukking als in de ogen van de kinderen die vroeger haar kittens op kwamen halen.

Twee eenzame zielen vinden elkaar. De oude vrouw praat eindeloos, haar schoot voelt zacht en warm, soms laat ze een foto van haar man zien, dan voelt de poes de tranen van de vrouw op haar vacht glijden. De tijd verglijdt, zonder een koekoek die elke keer luidruchtig vaststelt dat weer een uur verstreken is. De vrouw neuriet een lied, de poes spint zo hard ze kan.

Het woord ‘eenzaamheid’ komt in de hele tekst niet voor, maar wringt zich door elke zin, wurmt zich langs elk woord. Lisette van Gorp duwt met twee mooie taaltraktaties – vertelperspectief en metafoor – haar verhaal linea recta naar de eerste plaats van de columnwedstrijd. Ze wint daarmee duizend euro. Daar kan ze een mooie koekoeksklok van kopen.

Lees hier het volledige verhaal van Lisette van Gorp.

Tekst nodig? Laat woorden werken. Ben Tekstschrijver uit Hoevelaken schrijft voor alle sectoren, zorg en welzijn is zijn specialiteit.
Meer informatie? Meer blogs lezen? Kijk op mijn site. Nooit meer een blog missen? Word vaste lezer. Meld u aan via de website.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen