4,2% van de Nijkerkse kinderen loopt de kans in (langdurige) armoede op te groeien.
In 2018 had 8,1 procent van alle minderjarige kinderen met risico op armoede te maken. Voor 3,3 procent was dat al minimaal vier jaar zo.
Dat blijkt uit cijfers CBS-gegevens over risico op armoede.
In 2018 maakten 264 duizend minderjarige kinderen deel uit van een gezin met een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Dat is net zoveel als het jaar ervoor. Het aantal kinderen in een gezin dat al minstens vier jaar moest rondkomen van een laag inkomen is met bijna 5 duizend gedaald, naar 103 duizend. Dit blijkt uit de nieuwste CBS-gegevens over risico op armoede.
Na een stijging in de crisisjaren daalde het aantal kinderen met risico op armoede tussen 2014 en 2017. De groep kinderen met langdurig armoederisico is sinds 2015 jaarlijks kleiner geworden.
Vooral kinderen uit eenoudergezinnen lopen risico. Maar er zijn nog andere andere factoren. Zo hebben de meeste risicogezinnen een uitkering. Ze wonen dikwijls in een sociale huurwoning. Gezinnen met een laag inkomen hebben vaak te maken met financiële beperkingen. Zo gaan ze nauwelijks op vakantie en hebben onvoldoende geld voor nieuwe kleren, een pc, laptop of tablet
