Wie in Nijkerk in Corlaer woont weet wat een snelweg is.
Iedere ochtend na het wakker worden is dat het eerste wat je hoort. Zoef zoef zoef. En nog eens zoef, zoef, zoef.
Nou ligt er langs de A28 wel een geluidswal. Maar of die voor honderd procent voldoet, dat is nog maar de vraag. Er wordt over geklaagd in het Corlaerse.
Nadere inspectie door het geluidswallenteam leert dat er ter hoogte van molshoop 321 een gat in de wal zit. Bij het gat is er een brede sloot. Die wou men blijkbaar niet dempen. En zo bleef het gat een gat. Dit vermoedelijk na een algeheel vissenprotest. Voor behoud van hun sloot. Naar het schijnt hebben vissen onder water geen last van verkeerslawaai. Hoewel vissen wel lage geluiden kunnen detecteren. Daarom hebben ze wel een hekel aan vrachtwagens.
Ik vind overigens de geluidswal nogal laag. Als je op een olifant zit, kun je eroverheen kijken. Maar je per olifant verplaatsen, dat is op de Arkemheenweg verboden. Al staat het er niet specifiek vermeld. Maar ook op een paard gezeten mag je je daar niet vertonen. Tenzij je in een paardentrailer op een edele draver zit.
Minder geslaagd is het ook dat Rijkswaterstaat is gestopt met een geluidswal te plaatsen op het moment dat het zand op was. Dat is waar de Arkemheenweg een bocht maakt. Weliswaar bij het industrieterrein. Maar als je een beetje industrieel bezig bent, dan wil je natuurlijk net zo goed geen verkeerslawaai. Bovendien komt er daar toch nog veel herrie de hoek om. Hier in Corlaer kan ik dit lawaai duidelijk onderscheiden van het kabaal dat door het gat bij molshoop 321 komt.
Sinds ik in Corlaer woon, heb ik een klein roetverzamelingbedrijf. Of feitelijk fijnstof, denk ik. Al zit ik bijna een kilometer van de snelweg af. Het is niet veel, maar geleidelijk wordt het houtwerk van mijn huis wel wat zwarter. Tot na de volgende schoonmaakbeurt.
Maar de noeste werkers zitten daar op het industrieterrein dichter bij de weg. En als je daar de hele dag geluidswalloos zit te werken? Ik weet het niet hoor. Elke dag aan het eind van de werkdag even je zwarte neus poetsen en je witte schoenen kuisen. Want zo kun je niet thuiskomen.
Wat mij het meest verbaast is een volkstuincomplex dicht bij de snelweg. Ik kan me er weinig bij voorstellen dat je groenten van dit IJslands vulkaanlandschap gaat eten. Wat moet je met grijze bloemkool?
Nu mogen onze Nijkerkse Scouting-vrienden daar langs de Arkemheenweg het eerste stof opvangen. Zij zitten vlak bij het gat in de wal. Zij moeten hun scouting-das maar voor hun mond knopen. Wel een mooi gebouw overigens. Alleen jammer van die roetzwarte ramen.
Met wie ik ook altijd zo’n medelijden heb, dat zijn de gekuddeerde schapen tijdens de Nijkerkse graasdagen. Wanneer zij voor hun geknabbel zijn aangewezen op het geluidswal-talud. Hard aan het werk. Maar volgens mij doen ze daar oorlogservaring op.
Nou hebben de meeste schapen geen problemen met een vieze bibs. Of desnoods roze of groen. Maar dit is toch wel wat anders. Fijnstofvervuiling op je lijf. Dat kun je als wolbeest niet hebben.
Ook het weggooien van flessen in de daar bij de A28 aanwezige glascontainer is een hachelijke zaak. Doe daarom je overgebleven mondkapjes niet weg. Je kunt ze altijd nog gebruiken als je bij de snelweg flessen gaat weggooien.