Hans den Haan over Jezus: realiteit of mythe

Foto:

In 2015 hadden we in Nijkerk dominee Edward van der Kaaij. Hij beweerde dat Jezus nooit echt bestaan heeft. Dat het verhaal een mythe uit het oude Egypte is. Er ontstond toen binnen de gereformeerde kerk in Nijkerk zoveel onrust over, dat hij geen toestemming kreeg om tijdens een interkerkelijke dienst op de kansel plaats te nemen. De rapen waren gaar.

Ik kan me ook wel voorstellen dat je binnen een kerk zo’n dominee niet op de kansel wilt hebben. Maar toch waren er zelfs theologen die twijfelden aan het daadwerkelijke bestaan van Jezus. Maar die desondanks een groot theoloog waren. Zoals Paul Tillich. Hem ging het om de betekenis van het verhaal, niet om de vraag of het allemaal echt gebeurd is.

In ieder geval wordt, vanaf Albert Schweitzer (als theoloog), door veel theologen aangenomen dat we over het leven van Jezus niets zeker weten. Het is te lang geleden dat de evangelieverhalen geschreven werden. En het auteurschap is onzeker. Wie waren de evangelisten echt? Marcus, Mattheüs, Lucas en Johannes. We weten het niet. Hun namen hebben ze later toegekend gekregen. Van zichzelf heetten zij niet Marcus, Mattheüs, Lucas en Johannes. En het is wel zeker dat ze geen discipelen waren. En dat ze geen getuige waren.

Mattheüs, de tweede evangelist in de tijd, heeft zijn verhaal gebaseerd op dat van Marcus. Lucas, de derde, vervolgens op Mattheüs, enzovoort.
Dat blijkt uit de tekst. Zij hebben het verhaal deels van hun voorgangers overgeschreven. Zoals bijvoorbeeld het zinnetje tussen haakjes “wie het leest, geve er acht op” bij Marcus en Mattheüs.

“Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting ziet staan, waar hij niet behoort (die het leest geeft er acht op) laat die dan in Judea zijn, vluchten naar de bergen.” (Marcus 13:14)

“Wanneer gij dan de gruwel der verwoesting, waarvan door de profeet Daniel gesproken is, op de Heilige plaats ziet staan (wie het leest, geve er acht op) laten dan wie in Judea zijn, vluchten naar de bergen.” (Matth. 24:15-16)

Waarschijnlijk heeft Mattheüs het overgeschreven van Marcus. Waarom zou je dat doen als je zelf getuige bent. Dat waren ze dus niet, die evangelisten. En er zijn nog veel meer voorbeelden.

En het is wel zeker dat het oudste evangelieverhaal, dat van Marcus, plusminus veertig jaar na de dood van Jezus geschreven is. Dat heeft te maken met de verwoesting van de tempel in het jaar 70. De vraag is dan: hoe kon Marcus toen nog weten wat Jezus allemaal gezegd heeft als hij geen getuige was? In een tijd zonder bandrecorders en stenotypistes. Hetzelfde geldt voor Mattheüs, die zijn verhaal vijftig jaar na de dood van Jezus schreef, en die evenzogoed geen getuige was. Mattheüs schreef zelfs een complete Bergrede vijftig jaar na de dood van Jezus, terwijl hij geen getuige was. Hoe kan dit?

Evangelisch christenen zeggen dan dat deze evangelisten geïnspireerd werden door de Heilige Geest. Maar ik ben toch te nuchter om dat te geloven. Het zou wel kunnen dat de evangelisten geput hebben uit een gemeenschappelijke bron van voor hun tijd. Door iemand geschreven die wel getuige was. Die bron noemt men het boek Q. Maar er zijn geen bewijzen voor het bestaan van Q. Maar onmogelijk is het niet. Het probleem is inderdaad dat het allemaal te lang geleden is. En ook dat we de oorspronkelijke geschriften niet meer hebben. We hebben slechts kopieën van kopieën.

Maar moeten we er dan van uitgaan dat het verhaal van Jezus fictie is en dat Jezus nooit echt bestaan heeft? Vrijwel alle historici denken dat Jezus wel echt bestaan heeft. Alleen een historicus als Richard Carrier denkt er anders over. Hij heeft een boek van bijna zevenhonderd pagina’s geschreven, waarin hij tot in de kleinste details uitlegt waarom Jezus, volgens hem, nooit echt bestaan heeft. On the historicity of Jesus heet het boek.

Maar, aan de andere kant, niemand kan natuurlijk bewijzen dat Jezus niet echt bestaan heeft. Het gaat om een mate van waarschijnlijkheid. En daar wordt inmiddels veel over gediscussieerd. Zoals het debat tussen Craig Evans en Richard Carrier, dat op YouTube te zien is. Voor de liefhebbers: de video is hier te zien. Je bent dan meer dan tweeënhalf uur zoet. Dus zorg voor hapjes en drankjes terwijl je kijkt. Voorts heeft geen van de bekende historici, filosofen, dichters, enzovoort, uit die tijd of kort daarna ook maar enig woord over Jezus geschreven. Dat is vreemd als hij een belangrijke figuur was. Alleen Josephus heeft er een alinea aan gewijd, maar de discussie gaat of deze strofe er niet eeuwen later door Eusebius is ingeschreven. Of althans deels erin geschreven. Tacitus heeft maar één zin aan de christenen besteed in zijn ‘Analen’. Het gaat om een verslag van de brand van Rome. Het werd vermoedelijk tussen 115 en 117 nChr. geschreven. Ook Paulus gaf aan nooit getuige te zijn geweest van het optreden van Jezus.

Maar de vraag is natuurlijk: waarom zouden historici ten tijde van Jezus specifiek iets over Jezus geschreven hebben? Zouden hedendaagse historici iets geschreven hebben over geestelijke leiders als Bhagwan Sri Rajneesh of J. Krishnamurti? Waarschijnlijk niet. Zeker niet als zij in de politiek op zich geen rol hebben gespeeld. Dus of dat nou zo’n sterk argument is?

Maar is het verhaal een mythe uit Egypte? Sommigen denken van wel. Zo hebben we het verhaal van Horus. Er wordt gesteld dat Horus geboren werd uit een maagd. Dat hij twaalf discipelen had, op water liep, wonderen verrichtte, geëxecuteerd werd tussen twee dieven, opstond uit de dood en oprees in de hemel. Dat klinkt alsof er overeenkomsten zijn met het verhaal van Jezus. Maar als je precies naar het verhaal van Horus gaat kijken, dan zie je toch wel verschillen wat deze punten betreft.

Carrier stelt dat er een lange rij van goddelijke redders is, waaraan een opstandingsverhaal verbonden is. Onder meer Osiris, Tammus, Baal, Attis, Adonis, Hercules en Asclepius. Dit soort verhalen, heldenmythes geheten, waren in tijden rondom de jaartelling een modetrend. Aan de andere kant was de mens blijkbaar altijd al gefascineerd door opstanding uit de dood. Als een manier om de dood te overleven. In ieder geval is er over deze heldenmythe-hypothese veel discussie. Is het evangelieverhaal feitelijk een heldenmythe? Er wordt verschillend over gedacht.

Wel is het evangelieverhaal vermoedelijk een symbolische representatie van het individuatieproces. Maar nu wordt het ingewikkeld. De psycholoog Carl Jung was de eerste die het zogeheten individuatieproces beschreven heeft. Het is het proces waarbij, gedurende het leven, het onbewuste en bewuste ik van een mens tot één geheel worden verenigd. Laten we er maar niet te lang over nadenken. Maar tijdens dit proces doemen allerlei beelden vanuit het onbewuste op, die staan voor de verschillende stadia van dit proces. Bijvoorbeeld in onze dromen. De maagdelijke geboorte staat bijvoorbeeld voor het begin (de geboorte) van de nieuwe mens in de mens zelf. Het is het begin van het individuatieproces. En de ontmoeting met de Satan is feitelijk de confrontatie met onze schaduwzijde in onszelf, dat wat wij in het verleden hebben verdrongen, in het bijzonder de sterke instinctieve krachten vanuit de natuur, die in ons onbewuste huizen. Enzovoort enzovoort. Zo kun je het hele evangelieverhaal verklaren in de geest van het individuatieproces.

En de gedachte is dat er vroeger zogeheten mysteriescholen waren, waarin mensen in symbolische vorm versneld een soort individuatieproces doormaakten aan de hand van verhalen die leken op het evangelieverhaal. Met uiteindelijk de opstanding van de nieuwe mens: het Zelf van Jung.

Dus dat roept opnieuw de vraag op: heeft Jezus wel echt bestaan en heeft hij al die dingen die hij beleeft heeft, wel werkelijk beleefd. Of is het simpelweg een oud individuatieverhaal? We kunnen het niet met zekerheid zeggen. Het is maar wat je gelooft.

Het kan ten slotte ook zo zijn dat Jezus wel bestaan heeft, maar dat zijn verhaal later is voorzien van allerlei mythische elementen. Zoals dat hij een wonderdoener en een genezer zou zijn geweest. En uit de dood is opgestaan. Zoals gezegd zag je ook bij de helden uit de heldenmytheverhalen, waarover ik het hiervoor het gehad, dergelijke wonderen.

In ieder geval zie je steeds meer discussie over de vraag of Jezus wel echt heeft bestaan. Het is geen taboe meer te stellen dat het mogelijk niet zo is. Er wordt verschillend over gedacht. En dat is juist leuk. Laten we vooral verschillend blijven denken.

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen