Hans den Haan over imps op de Veluwe

Foto:

Mijn vriendin vindt dat ik in de nieuwe druk van m’n boek de “Toeristische sagengids van de Veluwe” geen paragraaf moet toevoegen over imps.

Imps zijn immers niet van de Veluwe, maar horen meer thuis in het Verenigd Koninkrijk en Ierland.
“Hou jij je maar bezig met heggenmoeders en de hazendans,” zegt ze altijd.

Nou heeft de hazendans wel mijn warme belangstelling. We moeten ervoor naar Garderen naar de grafheuvels van de Bergsham. Als het volle maan is. En daar op de hoogste heuvel, waar ooit de galg heeft gestaan, ontvouwt zich dan de hazendans. Poot aan poot dansen zeven langoren rondom de galg. Die voor even weer opdoemt uit het verleden. Residual haunting noemen we dat in de sagenkunde.
Dat is natuurlijk een leuke belevenis. Zeker om met je kinderen te gaan bekijken. Dan maar een keertje laat naar bed. Vergeet je zaklantaarn niet mee te nemen.

Maar (even tussendoor) verreweg de meeste verhalen in de “Toeristisch sagengids van de Veluwe” gaan over de Veluwse menselijke spoken. Over dooie apen heb ik het nooit. Wel over sommige niet-menselijken: weerwolven, spookhonden, spookkatten, spookpaarden, dwaallichtjes en elven. En de “wezens met de kille ogen” langs de Randmeerkust bij Harderwijk. Waar we soms een expeditie naartoe organiseren.
Maar niet over imps. De kleine sprookjeswezens met een menselijke gestalte.

Een imp of impet komt uit het Engels. Het is feitelijk een stek van een boom. Een “ymp tree” is een geënte boom, dus niet een boom uit een zaadje. Zo betekent een imp een uitloper van satan. Maar in de Keltische gebieden beschouwde men alle fairy’s als een soort duivels. In de huidige Ierse en Engelse streken echter denkt men daar nu wat meer genuanceerd over. Een fairy is een klein denkbeeldig wezen met een menselijke vorm en met magische krachten.

In Engeland, Schotland en Ierland vinden we de nodige imps. Eigenlijk vooral in huizen en kastelen. En minder op het land. Imps moeten ook iets hebben om binnen te komen. Vanuit hun eigen wereld. Zoals een deur.
Maar een andere deur dan een gewone deur. Een portal. Een deur van de parallelle wereld naar de onze. Daar heb ik het straks nog over. Dat is allemaal sagenkunde.

Maar even tussendoor een leuk verhaal. In Engeland vinden we hoe dan ook veel spokerij. Niet alleen imps. Een vriend van mij huurde er een huis bij de kust, waarin iedere nacht een hoop geklop was te horen. Na een paar dagen vroeg hij of hij de klopgeest kon ontmoeten op de boulevard, bij een bepaald standbeeld. Toen hij daar de volgende dag op de afgesproken tijd kwam aanlopen, zag hij op die snikhete dag bij het standbeeld een vrouw en een kind staan, gekleed in dikke zwarte kleding. Beslist niet volgens de laatste mode. Hun kleren hadden ze niet de dag daarvoor bij de Hema gekocht. Mijn vriend was zo verbaasd dat hij niets kon zeggen. Maar het geklop was vanaf dat moment voorbij. Dat is Engeland.

Maar verder over imps. Een Engelse dame had de vorige (inmiddels overleden) bewoonster van haar huis nog geregeld op bezoek. Geen probleem. Maar nooit imps.
Echter na een aardbeving (ja, dat kan in Engeland), waarbij het huis stond te trillen, trof ze zomaar drie imps in haar woning aan. En dat was niet fijn. Want imps kunnen knap lastig en vervelend zijn. Een soort plaaggeesten, die een huis aardig op stelten kunnen zetten. Bovendien is hun aanwezigheid griezelig. Het geeft vaak angstige en onprettige gevoelens. En die gevoelens zijn een soort voedsel voor deze imps. Imps, je hebt ze liever niet bij je thuis.
Sommigen beweren wel dat imps soms vrienden willen worden met mensen. Maar dat is beslist onjuist. Daar vliegen we niet in. Kabouters misschien wel. Maar imps? Vergeet het maar.

Het is wel te verklaren waarom ze opeens na een aardbeving verschijnen. Imps komen uit de Aarde. En een aardbeving laat hen vrij. Zo zijn imps. Dus misschien toch geen imps in Nederland? Of misschien in Groningen? Of zijn dat niet de juiste soort aardbevingen? Geen breuklijnen-geschuifel.
Toch verblijven imps, als ze in het huis rondspoken, niet altijd per se in de kelder of onder de grond. Als ze tijdelijk naar hun eigen gebied gaan, dan gaan ze door spiegels. Spiegels zijn voor hen dat wat we “portals” noemen. Een poort naar een andere wereld. Dat komt omdat imps feitelijk in een parallelle wereld leven. Niet in het materiële bestaan. Althans niet altijd. Maar ze kunnen wel materiële verschijnselen veroorzaken. Stoute dingen vaak. Zoals gooien met voorwerpen.

Nu hebben sommige mensen zogeheten lucide dromen. Dat zijn dromen waarbij ze weten dat ze dromen. Ze maken dan soms een soort zwerftochten in hun eigen huis. En daarbij gaan ze een enkele keer door een vensterruit, waarna ze in een heel andere wereld terecht komen. Dus dat lijkt een beetje op het impsen-bestaan achter de spiegel. Maar goed, dit is voor de liefhebbers van de sagenkunde. Laten we het niet te pseudo-wetenschappelijk maken.

Voor ons Nederlanders lijkt dit hele impsengedoe het product van een sprookjeswereld, of Harry Potter, en niet echt. Maar voor mensen in Engeland, en vooral Ierland, zijn imps een realiteit. Nou ja, niet voor iedereen natuurlijk. Vele mensen klagen daar dat ze imp-loos door het leven moeten. Zoals de hele koninklijke familie. Terwijl die toch best wat oude huizen en kastelen in bezit hebben. Maar geen imps.
Nou is het wel zo dat het koninklijk geslacht een spokenverjagers-ploeg in dienst heeft. Dus misschien pakken die de imps er meteen even bij.

Maar het kan natuurlijk niet zo zijn dat imps zich alleen in het Verenigd Koninkrijk en Ierland manifesteren. Op de Veluwe, en zeker in de boerderijen en kastelen, zullen zich toch echt wel af en toe imps vertonen. Of soortgelijke wezens, die bij ons een andere naam hebben.
Zeker hebben we in het Veluwse land het nodige internationale spookverkeer. In de toeristische sagengids heb ik daar uitgebreid over geschreven.
Zo trekken grote groepen alven door de Veluwse bossen. Let op: alven, geen elven. We kennen de witte en de zwarte alven. In de Walpurgisnacht (30 april op 1 mei) ontmoeten beide groepen elkaar bij het meertje de Pomphul bij Hoog Soeren om er te vergaderen. Zo ook op Samhain, de nacht van 31 oktober op 1 november. Waarna ze gezamenlijk naar noordelijke streken trekken om zich aan het noorderlicht te laven. 31 oktober is ook het nieuwe kalenderjaar voor tovenaars. Dat alles is bekend.
Maar imps op de Veluwe, dat wordt nog een lastig probleem.

Dus vraag ik mijn vraagbaak, de helderziende Ernst Wolfsbergen, wat hij ervan denkt. Ernst, die mij zo behulpzaam is geweest bij het traceren van de dwaalgebieden van de verschillende geesten. Wat niet altijd gemakkelijk was, omdat sommige geesten twee dwaalgebieden hebben.
We bespreken een lange rij wezens uit het parallelle. Maar hoe we hier imps noemen, dat blijft voor ons beiden een vraagstuk. Maar ze zijn er wel. Vast wel.
“In een aantal oude boerderijen en kastelen duiken er wel af en toe plaaggeesten op,” zegt Ernst. “Die komen beslist uit de Aarde. We noemen ze wel gnomen of aardgeesten. Maar misschien zijn dit wel onze imps.”
Maar ik denk van niet. Aangezien imps een soort semi-demonen zijn. Aardgeesten zijn vriendelijker. Die plagen alleen maar een beetje. Zoals de bekende katwissel. Dan wisselen ze jouw kat om voor een andere.

We besluiten op wat bekende aardgeestplekken met ghostbox en SLS-camera onderzoek te doen. Attributen die ghosthunters wel gebruiken. Zijn er imps-kenmerken?
Ik moet zeggen dat we op het moment van publicatie van dit artikel ons onderzoek nog niet hebben afgerond. Dus de conclusie houdt u nog tegoed.
Tevens willen we meteen onderzoeken of deze imps verbonden zijn met dwaallichten. En uiteraard of ze iets van doen hebben met het meisje van de Uddeler Heegde. Dat ooit zo jammerlijk door wilde zwijnen is gedood en nog steeds ronddwaalt in het bos tussen Elspeet en Uddel. En die zeker op haar beurt een connectie heeft met de mysterieuze bewegende takken in dit gebied. Die roepen: “Je mag er niet langs”. Maar wie daarover meer wil weten moet mijn toeristische sagengids lezen.

Komt er in de nieuwe druk van de “Toeristische sagengids van de Veluwe” een paragraaf over imps? Dat hangt af van het resultaat van ons onderzoek. Maar… het zou wel leuk zijn. Ik heb wel veel zin om dat te schrijven. Zou het mogen?

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen