Akker van Hoevelakens bier blijkt mesolithische vindplaats

Foto:

Op een regenachtige dag liep ik met de hond door het Hoevelakense bos.

Als archeoloog kan ik het niet laten om te kijken naar het landschap door de ogen van de mensen in het verleden. Midden in het bos ligt een akkertje op een hoge rug naast een klein vennetje. Dat leek me een uitgelezen plek voor jagers-verzamelaars om een bivak in te richten. Er werd net geploegd en aan de pachter van de akker, Bram van de Klundert, heb ik gevraagd of ik eens over de akker mocht lopen om te zien of er misschien wat lag die dit vermoeden kon bevestigen.

In de middensteentijd (het mesolithicum: 10.500 tot 5.000 v. Chr.) leefde men voornamelijk van de jacht en het verzamelen van wilde planten. Landbouw en veeteelt werden niet of slechts op kleine schaal uitgevoerd. Men jaagde onder andere op wilde zwijnen, edelherten, reeën, bevers, watervogels en vissen. Vanwege de mobiliteit en de jaarcyclus van dieren en planten waren de mensen ook erg mobiel, in tegenstelling tot het boerenbestaan. Afhankelijk van wat er beschikbaar was op een plek verbleef men er kortere of langere tijd om te kunnen jagen of vruchten en zaden te verzamelen. Veel bezittingen hadden deze mensen niet vanwege praktische overwegingen: alles moest meegenomen kunnen worden. Daarom bouwde men nog geen huizen, maar verbleef men in hutten of tenten. Wat hier voor archeologen overblijft is betrekkelijk gering: alleen de kuilen waarin men kookte worden gevonden en het afval van de vuursteenbewerking of werktuigen die samenhangen met bijvoorbeeld voedselbereiding en de jacht.

vuurstenen waar mensen stukjes vanaf hebben geslagen om pijlpunten en mesjes van te maken. Komen van ver. Meer dan 7000 jaar oud. Oudste menselijk artefacten uit hoevelaken.

De rug in het Hoevelakense bos is oost-west georiënteerde en is een zogenaamde dekzandrug. Aan de zuidkant van de rug ligt een vennetje. Vermoedelijk is het een zogenaamde pingoruïne. Deze meertjes en de dekzandrug zijn ontstaan in de laatste ijstijd.
Het meertje ontstond door het uitzetten van bevroren water in de grond dat de bovenliggende grond omhoog duwde. Hierdoor ontstonden heuvels met een diameter van tientallen tot honderden meters. Vaak gleed de grond vervolgens naar de randen en bij het opwarmen van het klimaat smolt de ijslens waarna een meertje ontstond met aan de rand een lage wal. De dekzandrug ontstond door de poolwinden die in de vegetatie arme omgeving het losliggende zand tot rug opwaaien. Door de overheersende windrichting zijn deze vaak oost-westelijke richting.De landschappelijke ligging van deze plek maakt duidelijk dat dit een aantrekkelijke jachtlocatie duidelijk is: precies op de rand van het vennetje zijn vondsten gedaan die wijzen op een kampement in het midden of late deel van de middensteentijd. Vooral watervogels en zoogdieren die water kwamen drinken zullen ten prooi gevallen zijn aan de jagers.

kooksteen. Waarschijnlijk meegenomen van Veluwe. Werd in vuur gelegd en als hij heet was in pot met water om zo te verwarmen. Pot op vuur barst. De steen is ook bijzonder omdat hij duizenden jaren in de wind heeft gelegen en zo is afgesleten.

Onder de vondsten bevinden zich onder andere al dan niet verbrande vuurstenen kernen, afslagen, schrabbers om huiden mee schoon te maken, klingen die als mes gebruikt kunnen zijn en diverse pijlpunten, waaronder zogenaamde c-spitsen en trapezia. Daarnaast zijn er enkele stenen gevonden die waarschijnlijk gebruikt zijn als kooksteen. Dat betekent dat hier niet alleen gejaagd is, maar dat aan de rand van het water ook voor korte of langere tijd gebivakkeerd is en de geschoten dieren zijn gegeten. Het merendeel van het vuursteen en de kwartsiet is verzameld uit de oude, gestuwde rivierafzettingen van de Veluwe of de Heuvelrug. Enkele stukjes komen echter van verder weg en zijn gemaakt van Wommersomkwartsiet. Dit moeten de mensen meegenomen hebben uit wat we nu kennen als Vlaams-Brabant in België.
De akker is pas sinds de achttiende eeuw als akker in gebruik genomen. Dat is te zien aan de potscherven en pijpenstelen die er ook werden gevonden.

aardewerk midden negentiende eeuw

De stenen zijn te bezichtigen bij de pachter, Bram van de Klundert, in het witte huisje op de Hoevelakense Boslaan 4.Hij heeft de akker kunnen pachten van Geldersch Landschap nadat er jarenlang mais op is verbouwd en hij teelt er nu weer de traditionelegewassen als gerst, rogge en boekweit. Hij zaait er ook traditionele onkruiden als klaproos en korenbloem tussen. Intussen hebben we kennis kunnen maken met het bier (Hoevelaker Graan Geluk) en het Hoevelakens brood van de akker. Zo komen historische waarden weer tot leven.

pijpenstelen uit die tijd

bijdrage van J.W. de Kort

Het nieuws van nijkerk.nieuws.nl gemakkelijk volgen? Like dan ook onze Facebookpagina. Volg ons op Twitter of LinkedIn en Instagram of krijg gratis onze dagelijkse of wekelijkse nieuwsbrief.

Adverteren op nijkerk.nieuws.nl neem dan contact op Leo Christiaens voor de prijzen en mogelijkheden. Zijn telefoonnummer: 06-11087527, zijn mailadres: [email protected]
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen