Fluitend snelt ze voorbij. Op sneakers.
Het is een soort snelwandelen. Haar ogen spieden als een arend de pizzeria rond. Ze knikt naar ons, ze heeft ons gezien.
De pizzeria op ons vakantieadres in Mallorca is vol. Bomvol. Middenin de zaak schuift de kok de ene na de andere pizza de houtoven in. Met vier borden op haar arm snelwandelt de sneakervrouw naar een tafel met een Spaans gezin. Ze kwetteren als een klas kinderen in de ballenbak bij Ikea. De moeder geeft haar baby de fles, de spaghetti Frutti di Mare moet even wachten. Zoontje doet een spelletje op de telefoon van zijn vader. Zusje wil ook. Ruzie. Duwen. Trekken. De telefoon klettert op de grond. Voor straf moet de jongen de telefoon weer bij zijn vader inleveren. Hij snauwt naar zijn zusje dat het haar schuld is. Het zusje zet het op een schreeuwen. De ouders kakelen in rap tempo door.
De vrouw op sneakers komt weer langs. Nu met glazen drank. Heeft ze daarnet zelf getapt. In het voorbijgaan zet ze een bakje olijven op ons tafeltje. Kort knikje. Glimlach. Door. Naar de volgende tafel. Op de terugweg neemt ze onze bestelling op.
‘Het duurt even,’ zegt ze, ‘het is druk.’
In drie snelle stappen is ze bij de kok. Het blaadje uit haar notitieblok met onze pizza’s prikt ze op een ijzeren pin.
Weer ijlt ze voorbij, drie kinderen achter haar aan. Ze mogen bij de ijskast een ijsje uitzoeken. Intussen vult ze de voorraad bij. De kindjes kunnen maar moeilijk tot een keuze komen. De vrouw hurkt door de knieën, wijst naar het ijsje met aardbeiensmaak, steekt de duim omhoog, geeft een van de kindjes een vriendelijke tikje op de billen. Het helpt. De kinderen huppelen met een aardbeienijsje vrolijk terug naar hun tafeltje.
Ze draait zich om naar de kok bij de houtoven. Twee pizza’s. Die zijn voor ons.
‘Eet smakelijk,’ zegt ze.
Als ze weer langsloopt, probeer ik in een fractie van een seconde haar blik te vangen. Ik wijs naar mijn lege bierglas. Geen idee of ze het gezien heeft. Ze beent naar de tap. Giet een pint vol. Hij is voor mij.
In Nederland doen we in de horeca aan ‘taakdifferentiatie’. Heb ik eindelijk oogcontact met een jongeling die tussen de tafeltjes doorschuift en van wie ik vermoed dat hij bij het personeel behoort, blijkt hij degene te zijn die alleen de glazen ophaalt. De tweede die ik benader, komt de bestellingen alleen maar brengen: ‘Iets bestellen? Dan moet u bij mijn collega zijn, meneer.’ Wie dat is? Geen idee.
Zijn de ras-horecamensen een uitstervend ras? De mensen dus die met een arendsoog de hele tent overzien en aan een kleine vingerbeweging genoeg hebben om te weten dat het glas bijgevuld mag worden?
Aan mij is sowieso geen horecaman verloren gegaan. Ik denk aan de verplichte bardiensten bij mijn tennisclub. Als iemand twee thee en een tosti bestelt, gaat het al mis. Als ik het water voor de thee onder het apparaat vandaan haal, ben ik de tosti alweer vergeten, die blakert zwart in het tosti-ijzer. De laatste jaren koop ik mijn bardiensten zelfs af bij de penningmeester van de club, zo erg is het al.
Hoe doet die vrouw dat in die pizzeria in Mallorca? Kun je dat leren: multitasken?
Meer informatie? Meer blogs lezen? Kijk op mijn site . Nooit meer een blog missen? Word vaste lezer. Meld u aan via de website. Columnisten hebben de vrijheid hun mening te geven en hoeven zich niet te houden aan de journalistieke regels voor objectiviteit.