Hans den Haan over “Een pakje boter”

Foto:

Het was niet in Nijkerk. Maar ik haalde bij de Albert Heijn wat spulletjes om te kunnen oppeuzelen.

Ik was te voet. Ik pakte een karretje en zag daarin zowaar een vergeten pakje roomboter liggen. Biologisch nog wel. Dat kon ik goed gebruiken.
Zo mooi strak ingepakt. Een genot voor het oog. Ik houd van strakheid bij het inpakken. Daarom houd ik ook van strakke onderbroeken. Maar ik begrijp dat dat lastig is bij een pondje aardappels.
Ik zag niemand die de grote nalatige vergeten zou kunnen zijn. Dus ik dacht: hebbes, dat is van mij.

Maar hoe kon ik dit vergeten voorwerp meenemen als ik nog de Albert Heijn in moest? In m’n jaszak stoppen, dat ging niet. Want als ze bij controle ook in jaszakken zouden kijken (mag dat wel?), dan leek het erop dat ik zo’n heerlijk pakje boter uit de winkel had willen ontvreemden. En het zou al helemaal vreemd geweest zijn als ik had gezegd: “Ik loop altijd met een pakje roomboter in m’n zak.”
Want je weet maar nooit of je niet onderweg een boterham vindt. En dan moet je kunnen smeren.

Dus moest ik de roomboter buiten laten liggen en het na AH-bezoek weer ophalen. Het in een andere kar laten liggen was ook geen optie. Dan ging een ander er met de buit vandoor.
Dus was de enige oplossing het te verstoppen. Maar wel ergens waar niemand het zou zien.
Het is namelijk een beetje raar als ze je een pakje roomboter zien wegstoppen. Maar er was gelukkig niemand. Het was nog vroeg. Dus ik kon een poging wagen.

Naast de Albert Heijn aldaar, aan de overkant van de straat, is er een perkje met rommelige struikjes. Zo rommelig, het lijkt wel het openbare groen van Nijkerk. Daar verstopte ik het pakje boter onder wat grote bladeren. Wat een geluk dat die bladeren daar lagen. Dankzij nabijgelegen grootgebladerd geboomte.
Ik liep alleen het gevaar dat een hond het zou vinden. Nou is het voor een hond niet verstandig om een heel pakje boter naar binnen te werken. Maar ze zijn er gek genoeg voor.
Of een hond zou eroverheen kunnen plassen. Ook niet echt fijn.

Overigens bedacht ik dat zo’n pakje boter een botervloot behoeft. Het heeft geen natuurlijk kuipje om zich heen. Ik heb thuis wel een botervloot. Maar die is antiek. Reden om een stoere botervloot te gaan kopen. Maar wat is in dit geval stoer?

Over roomboter gesproken. Op zijn verjaardag mocht mijn broer altijd iets eten wat hij heel graag wou, maar eigenlijk normaalgesproken niet mocht. En het was altijd een pakje roomboter.
Dat smulde hij dan in z’n geheel op. Waarna hij de feestdag al boerend voortzette. Een beetje gek. Maar goed, het was zijn verjaardag.
Ook ik mocht op m’n verjaardag eten wat ik wou. En dat was een heel potje zure haring. Laat ik het daar verder niet over hebben. Tegenwoordig moet ik er niet aan denken. Al hoor je wel verhalen van zwangere vrouwen die opeens heel veel trek in zure haring krijgen. Met slagroom.

Er waren natuurlijk ook nog andere potentiële boterliefhebbers in het dierenrijk, die m’n pakje boter zouden kunnen oppeuzelen. Welke dieren houden van boter? Ik kon het even niet bedenken.
Het resultaat na mijn winkelbezoek was uiteindelijk dat het pakje boter er nog precies zo lag als ik het had verstopt. Keurig onder de grote bladeren. Het was nog droog. Dus geen hondenplas.

Ik had het pakje ook kunnen aanmelden bij de afdeling gevonden voorwerpen. Niet zozeer bij de Albert Heijn zelf. Maar bij de politie. Als iemand zo’n pakje echt zou missen, dan zou hij of zij oom agent bellen en vragen: “Is er soms een pakje boter gevonden?”
Dan had ik een goede daad verricht.

Bij het koken naar recept blijkt ook wel eens dat je mogelijk iets in je kar hebt laten liggen. Of überhaupt vergeten bent een ingrediënt te kopen. Dat is lastig, omdat je dan meteen weer naar de winkel moet. Want het is altijd iets dat je niet kunt missen. Dat zijn de momenten dat ik de Boni in de buurt bezoek. Want niet te ver fietsen.
Zo was ik eens een keer de kokosmelk vergeten. Maar ik kon het in de Boni niet vinden.
“Het staat bij de oosterse producten,” zei de winkelchef.
Daar stond inderdaad iets vloeibaars dat van kokos was gemaakt. Maar eenmaal thuis bleek het kokosdrank te zijn. Heel dun en mierzoet. Dus dan toch weer naar de Albert Heijn in Nijkerk. Zo blijven we aan de gang. Daar kun je kiezen uit 19 verschillende soorten kokosmelk. Echt waar. Ga maar kijken.
Maar ik ga de Boni hier in de wijk niet afkraken. Alhoewel: de enig lekkere wijn is daar de pleegzuster bloedwijn.

Wat ook voorkomt bij het koken volgens recept is dat je te veel producten hebt. Die staan dan wel in de ingrediëntenlijst, maar worden niet gebruikt in het feitelijke recept. Je blijft dan bijvoorbeeld met vier sjalotten zitten. Dat is jammer. Vooral als je het pas merkt als je klaar bent. Hé, hier liggen nog sjalotten. En aan tafel zegt m’n tafelgenoot: “Horen er geen sjalotten in?”
Ja, die liggen nog op het aanrecht.

Er zijn ook recepten waarin er veel te veel van bepaalde ingrediënten worden losgelaten. Zoals een hele pot ansjovis in pasta voor twee personen. Niet te vreten. Maar na veertig jaar koken zie ik dat van tevoren wel aankomen. Wat dat betreft, ben ik niet van de recepten-kadaverdiscipline.
Of je moet kerrieblaadjes in kleine reepjes snijden. Niet doen, want die worden nooit gaar. Kook ze in hun geheel mee en haal ze er aan het eind uit.
Ook citroengras geeft dat soort problemen. Niet in reepjes snijden. Dan zit je gedurende de hele maaltijd op harde strookjes te kauwen. Niet fijn.

Wat ik ook vreemd vind aan ovenrecepten is het feit dat het meestal begint met “Verwarm de oven voor op 200 graden”. Nou duurt het wel even voordat de oven echt op temperatuur is. Maar vervolgens moet je dan daarna de pasta koken zoals aangegeven op de verpakking. Al dente natuurlijk. Twaalf minuten koken. Knoflook en ui snijden. Spekjes bakken. En knoflook en ui toevoegen. Zodra de ui glazig wordt de groenten erbij. Na een paar minuten de saus toevoegen. Pasta afgieten en mengen met het groentesausmengsel. Dan nog een hittebestendige ovenschaal invetten. (Zijn er ook niet hittebestendige ovenschalen?) De hele boel erin en dan kan het dus eindelijk de oven in. In die tijd staat de oven al minstens een kwartier voor niets warm te wezen. En te roepen: “voeg het gerecht toe”. Ja ja, een beetje geduld. Het is raar en zonde van de energie. Koop zulke receptenboeken niet.

Maar afgelopen week heb ik wel iets heel raars meegemaakt bij het boodschappen doen. Ik had een smultoetje gekocht. Vanille met bovenin slagroom.
Toen ik m’n kar uitpakte zat het doosje met macarons onder de slagroom en de vanillevla. Aflikken maar. Ik zag ook het bekertje niet meer.
Toen ik thuiskwam zag ik dat ik het bekertje toch had meegenomen. En het was helemaal gaaf. Er was niets uitgelekt. Dit was wel het raadsel van de week.
Maar nog niet zo bijzonder als dat ik eens bij het inhalen op de A12 een auto zag rijden waar echt niemand in zat. Dat was wel heel apart.

bijdrage van Hans den Haan

Columnisten hebben de vrijheid hun mening te geven en hoeven zich niet te houden aan de journalistieke regels voor objectiviteit. 
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen