Hoe moet het verder met de WMO en de huishoudelijke hulp?

Foto: Arjen Gerritsma

De Centrale Raad van Beroep heeft eerder deze week over de rol van de gemeente, wanneer het gaat over de huishoudelijke hulp onder de nieuwe WMO. De fractie van de ChristenUnie-SGP heeft daarom schriftelijke vragen aan het college gesteld over de manier waarop de huishoudelijke hulp in Nijkerk onder Wmo 2015 is ingericht.

De uitspraken
De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 mei 2016 drie richtinggevende uitspraken gedaan over huishoudelijke hulp onder de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Beslist is dat huishoudelijke hulp onder de Wmo 2015 valt. Aanspraken op huishoudelijke hulp die zijn toegekend onder de tot 1 januari 2015 geldende oude Wmo, blijven ook daarna gelden. De gemeente kan die aanspraken met toepassing van de Wmo 2015 aanpassen aan haar nieuwe Wmo-beleid. Dit beleid moet berusten op objectief en onafhankelijk onderzoek naar de tijd die nodig is voor een schoon en leefbaar huis. Overleg met gecontracteerde zorgaanbieders en cliëntenraden is niet toereikend.

De vragen
– Heeft deze uitspraak gevolgen voor de toekenning en de wijze van toekenning van huishoudelijke hulp in onze gemeente, dit mede gezien het feit dat de gemeente maximaal twee uur per week toekent?
– Zijn er mogelijk inwoners die na deze uitspraak recht hebben op meer uren huishoudelijke hulp nu de rechter heeft aangegeven dat een objectief en onafhankelijk onderzoek noodzakelijk is om het aantal uren vast te stellen, waarbij geen standaard aantal uren gehanteerd mag worden?
– In hoeverre heeft de uitspraak consequenties voor het innen of niet innen van een eigen bijdrage?
– Wat is de consequentie van de uitspraak op de beleidskeuze dat de midden- en hogere inkomens, wanneer de toelage van Van Rijn wegvalt de HH1 volledig zelf moeten gaan betalen?
– Moet de motivatie die de gemeente heeft gebruikt ter onderbouwing van de wijziging van het beleid rondom de huishoudelijke hulp aangepast worden, aangezien de financiële motivatie voor de rechter geen stand houdt?
– Zijn er andere gevolgen voor het vigerende beleid rondom de huishoudelijke hulp als gevolg van de uitspraak van de rechter?
– Kan het college aangeven, wanneer bepaalde antwoorden op dit moment nog niet beschikbaar zijn, op welke termijn de raad ze dan kan verwachten?
– Op welke wijze zal de raad betrokken worden bij de eventuele aanpassing van het vigerend beleid?

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen