Dat is de titel van haar boek (224 pagina's), dat vrijdag bij Prometheus verschijnt.
Ze vertelt daarin het niets eens zo erg te vinden dat ze is zwart gemaakt. "Maar het is nu wel tijd om mijn kant van het verhaal te vertellen.”
In het boek geeft ze aan hoe ze deze periode zelf heeft ervaren, inclusief haar achtergrond en de gebeurtenissen die haar hebben gevormd. Zonder wrok (zoals ze zelf schrijft) kijkt ze terug op de elf maanden dat ze minister was van Asiel en Migratie. Ze vindt, dat ze om moest gaan met een "haatmachine van ongekende proporties".
Volgens haar ging het niet alleen om haar eigen persoon, maar ook om de inhoud van haar voorstellen. Nog voor die concreet werden, werd er al gereageerd alsof ze de hele wereld in brand wilde steken. "Men heeft mij zwart gemaakt, gedemoniseerd.”
Faber deelt daarnast persoonlijke verhalen over haar familie en jeugd. De nadruk ligt hierbij op de assertiviteit en weerbaarheid van de vrouwen in haar leven. Onder meer door anekdotes waarin ze aangeeft hoe haar tantes zich moesten verdedigen tegen ongewenst gedrag en hoe dit haar eigen karakter heeft beïnvloed.