Waargebeurd in 1888

22 mrt 2020, 15:30 Nieuws
2020 03 22 influenza 1888 1

Onderstaand is een waar gebeurd verhaal over een virus.

Het is opgeschreven door de overgrootvader van (voormalig huisarts) Harrie Smorenburg. Het speelt zich in ieder geval voor of in 1888 af. Het boekje is al jaren in het bezit van de familie Smorenburg. Nog steeds, als je het hele stuk leest, maakt het indruk hoeveel mensen er toen zijn overleden.

We publiceren dit verhaal - weliswaar in oud Nederlands geschreven, maar goed te begrijpen - om de ernst van een pandemie te onderstrepen Het komt uit het schrijfboek van het gezelschap "Onderling Nut en genoegen 1888" 10 september.

Geachte vergadering leden van onderling Nut en Genoegen

Uwe uit Mij gedachte heeft getrokken ……….om heden

Avond de moeite acht ze in reede U te brengen

Zoo heb ik tot titel gekozen de drie Wezen

De oorzaak van influenza

Een herinnering aan mijn jonge mans tocht;

Ik reed op een morgen vroeg van stee

Om Mijne klanten te bezoeken

Maar toen ik zoo reed in Mijnne wagen

Kwamen er veel gedachten in Mijn brein

Ik dacht Mij juk is zwaar te dragen

Zou een andre last niet lichter zijn

Hij vertelt op rijm dat hij met zijn kar vol kruidenierswaar langs de huizen gaat

In elk huis was er wel een kind of een ouder overleden

Omstreeks het middaguur komt hij bij een huis

Ja kijk eens even in het rond

Die thans hun kroost nu gaan beweenen

Daar de Influenza hun verslond

Hij zwaait zijn schepter hier en daar

En brengt veel menschen in gevaar

Ja kind en Grijsaard voert zij mede

7 kinderen overleden en de grootouders.

Om even later te vervolgen.

En ziekte heerste er toen in die dagen

’t Was overal waar ik Mij bevond

De Man lag ziek; de vrouw ging klagen

Of elders waar de dokter stond

Voor de ligerstéé van een rijke man

Waar aan hij iets verdiennen kan

Toen kreeg ik een kruiszing door ’t lijf

Een treurtooneel lag voor Mij oogen

Een huisgezin in groote nood

Ik was met het lot helaas bewogen

Ik voelde Mij terhalve dood

En stond verslagen en bevracht

Waarom zoo had ‘k niet verwacht

Het gezin bestond uit vijf personen

Drie kinders en een man en vrouw

Die door de liefde en door trouw

In hun eigen huisje mogten wonen

Nog kort te voren aangekocht

En door arbeid bijeen gezocht

De kindren stonden om Mij henen

Zij deden anders niet dan weenen

De oudste was een jaar of tien

Toen ik bij het bedstee kwam

En van de vrouw nog iets vernam

Zij begon deze woorden overluid

Mijn God ,Gij heeft Mijn man genomen

Wat moet er van die weezen komen

Zij riep haar kindren die ras kwamen

En hare woorden ook vernamen

Komt kindren wilt nog even kijkken

Na Uwen moeder die nog leeft

Want morgen vind Gij hier twee lijkken

Te jong o God dat Gij dit geeft

Maar ik bid U enkel nog voor deze

Dat Gij o God zorgt voor de wezen

Harrie Smorenburg: "Dit verhaal is verteld op 6 oktober 1888. Er werd geld opgehaald voor de wezen. Bijna huis aan huis waren er doden te betreuren. Toen wisten ze nog niet goed wat er met virussen moest gebeuren. Nu wel , daarom…… houdt afstand.

Zodat er nu ook niet grote aantallen wezen komen."

2020 03 22 afstand houden 847x477

Zo moet het dus niet

2020 03 22 zo moet het niet afstand