Het is afgelopen met het minimale sociale- en het o, zo niet spontane gedrag. Alhoewel het vele knuffelen wordt nog wel even een dingetje
Dat was een lang telefoongesprek. Met een voldane zucht drukt ik het knopje van beëindigen gesprek in. Zoals altijd is het dan acuut spurten naar nummer 100. Ik ben weer veel te lang blijven zitten, super lastig als tenminste zoals nu de deurbel gaat. Dan wordt het wél even een probleem. Voor velen herkenbaar weet ik. Met de deur van nummer 100 op een kier roept ik naar de deur dat de beller even geduld moet hebben. Ik kom zo, roep ik. Als ik uiteindelijk de deur opendoe staat er niemand meer voor. “Jammer dan. Als je niet even het geduld op kan brengen om me te wachten, moppert ik. Een beetje dom om te denken dat iedereen achter de deur staat. Jantje ongeduld.” Ik schenkt wat te drinken in en ga aan de tafel zitten. Het telefoongesprek geeft me veel om over na te denken. Gisteravond waren er weer wat vrijheden aangekondigd wat betreft de
corona maatregelen. Eigenlijk waren ze er wel blij om geweest maar: het blijkt dat er nogal wat angst bij veel mensen heerst. Angst voor besmetting en hoe ga je met die vrijheden om. Tuurlijk zo fijn om weer spontaan even ergens naar toe te kunnen. Maar toch. Degene die me belde verteld dat ze eindelijk weer eens buiten de deur waren geweest om wat te eten. De codes waren in orde en de mondkapjes binnen handbereik. Ze hadden heel bewust genoten. O, ja het was fijn en vooral weer even iets anders. Maar toch. Nu was het zes dagen geleden en ze kon me wel vertellen dat het geen leuke, dagen van nagenieten waren geweest. Op mijn vraag of zij dan klachten hadden gehad, was het antwoord dat ze daar niet van overtuigd waren. Ze voelden zich verkouden en moe. Ze hadden zich wel drie keer met een zelftest ervan overtuigd dat ze niet besmet geraakt waren. Voor de zekerheid. Vijf besmetting dagen, wat een stress. Maar gelukkig de uitslagen waren negatief.
Maar hoe nu verder als alles weer mag straks. Om haar gerust te stellen kon ik haar eraan herinneren dat er duidelijk gezegd is dat iedereen zelf verantwoordelijk is en maatregelen kan nemen voor zijn eigen veiligheid. Ook mag je er toch vanuit gaan dat als iedereen zich daaraan houd je geen gevaar loopt. “Weet je, ga ik verder, Probeer in ieder geval wat positiever te zijn. Negatief is alleen goed als het, zoals in dit geval, een coronatest betreft. Wij hebben besloten stapje voor stapje de draad weer op te pakken.” Het is even stil en dan vraagt ze: “Vind je ons té angstig?” Nee, wij begrijpen dat zij heel voorzichtig zijn. Zeker als je maatje een longpatiënt is. Ze zullen zelf de inmiddels aangeleerde afstand moeten overwinnen. Per slot hebben ze steeds in een soort zelf quarantaine gezeten. Bijna twee jaar dat is lang hoor. Het wordt nu tijd dat ze samen de vrijheid weer gaan ontdekken. Misschien kunnen we dat ook samen. Even voor de duidelijkheid; naast mijn telefoon ligt ze weer. De agenda. De pen aan het lintje keurig in het gelid ernaast. Kom maar op allemaal. Voor het eerst in zeker meer dan een jaar gaan er weer afspraken in die agenda komen. Zeker weten. Afgelopen met het minimale sociale gedrag. Afgelopen met het niet spontane gedrag. Alhoewel het vele knuffelen wat we gewend waren wordt nog wel even een dingetje. Ze hoeft maar te bellen voor een afspraak. Dus. Tijdens het afronden van het gesprek merk ik dat haar stem wat vrolijker klinkt. Heerlijk om dat te merken. Gelukt, fijn om weer iemand een vrolijk kleurtje te geven.
En hoe gezellig is het om dit weekend, te beginnen met vanavond; de Drink Wijn Dag eens met een groepje buren, familie of vrienden, te starten. Met de Internationale Dag van de Moedertaal op 21 februari en 24 februari Wereld-dag van de Barkeeper in het vooruitzicht, genoeg om over van gedachten te wisselen toch. In het noorden van het land begint de voorjaarsvakantie die kunnen er dus een latertje van maken. Diep in gedachten loop ik naar de voordeur als de bel gaat. Als ik opendoe zegt mijn buurvrouw. “O, je bent dus wel thuis ik dacht al dat ik je zag lopen toen ik daarstraks aanbelde, maar je deed niet open.” Even, maar heel even hoor, bedenk ik; o, maar jij had geen geduld.
Maar ik zeg: “Kom verder als je ‘veilig’ bent. Sorry maar dat blijf ik nog wel vragen hoor.” Heb ik angst om besmet te raken? Ik weet het niet. Maar voorkomen is nog altijd beter dan genezen.
Met vriendelijke groet juffrouw raadgever