“IKKE”, roept Sjoerd Kloppenburg in dikgedrukte hoofdletters, met in het achterhoofd de gedachten om de aankomende bal een enorme trap naar voren te geven.
Op de rand van het strafschopgebied raakt de Hoevelakense sluitpost echter slechts lucht, waardoor Terschuurder Roy van de Veen vrij kan doorlopen en Terschuurse Boys tien minuten na de hervatting naast Hoevelaken kan schieten. De aanstormende verdedigers proberen het onheil nog te voorkomen, maar het leed is reeds geschied.
Het beschreven incident in de 55e minuut van de wedstrijd mag als kantelpunt in de wedstrijd tussen Terschuurse Boys en Hoevelaken worden opgetekend. Tot die tijd is er voor Hoevelaken niets aan de hand. In de eerste doorgang, die alleen in de openingsfase een beetje aardig is, maar verder meer spannend verloopt dan met oogstrelend voetbal, komt Hoevelaken vanuit het niets op voorsprong. Zes minuten voor tijd slalomt middenvelder Randy Gerritsen als een Alberto Tomba langs enkele Terschuurse piketpaaltjes, om de bal diagonaal via de binnenkant van de paal binnen te schieten.
De Hoevelakense vreugde is groot, maar al snel in de tweede helft wordt de feesttent gesloten. Op één mogelijkheid in de openingsminuut na weet Hoevelaken in de tweede helft na de ongelukkige gelijkmaker geen enkele aanvallende vuist te maken. Het spel speelt zich voornamelijk op de helft van de gasten af en hoewel echt gevaar uitblijft, staan de Hoevelakense supporters vijf minuten voor tijd als aan de grond genageld, wanneer Dennis van de Veen met een boogbal vanaf een meter of twintig de Hoevelakense doelman opnieuw weet te verschalken. Hoevelaken moet nu echt de rug rechten voor een resultaat, maar die hoop vervliegt anderhalve minuut later, wanneer ook Ronald Bouwman het net weet te vinden.
Het is weinig verheffend, wat Terschuurse Boys en Hoevelaken het publiek voorschotelen, maar de mouwen aan Terschuurse zijde blijken net iets verder opgestroopt dan die bij de gasten uit Hoevelaken. En dan loop je als ploeg die de nacompetitie wil halen toch met je hoofd tegen een muur.
bijdrage van Robert Kreuning
