Afgelopen zaterdag stond de returnwedstrijd tegen Sporting Badhoevedorp 1 op het programma. Een week eerder boekte Telstar/Schoonderbeek 1 in Badhoevedorp nog een overtuigende 8-19 overwinning. Dat bood perspectief voor de thuiswedstrijd in Hoevelaken, waar de zon opnieuw scheen, maar de temperatuur iets aangenamer was om een wedstrijd te spelen dan de week ervoor.
De openingsfase was direct tekenend voor de rest van de wedstrijd. Telstar kreeg in de eerste minuten veel doelpogingen, maar de bal viel simpelweg niet in het mandje. Pas na ruim tien minuten viel het eerste doelpunt voor de thuisploeg. Sporting Badhoevedorp had in de beginfase meer scherpte en kwam op een 1-3 voorsprong.
Telstar antwoordde met twee snelle goals en bracht de stand weer op 3-3. Wat volgde was een lange periode zonder doelpunten. De Hoevelakers hadden veel herhalingen, wonnen nagenoeg elke rebound, liepen door op tweede en derde kansen, maar het rendement bleef dramatisch laag. De bal wilde er op geen enkele afstand in – niet van drie, niet van vier en niet van zes meter. Vlak voor rust viel dan eindelijk de 4-4 binnen. Het was de hoop op meer, maar dat meer bleef uit.
In de rust was de sfeer gelaten. Coach Maarten de Jong vroeg zijn ploeg kritisch te reflecteren: Waarom zijn jullie niet scherp? Wat hebben jullie van elkaar nodig om te scoren? Maar het antwoord bleef in de tweede helft opnieuw uit. Korte kansen, doorloopballen, strafworpen – niets wilde lukken. Sporting Badhoevedorp had veel minder kansen, maar benutte die van hun wél.
Met slechts 3 doelpunten in de tweede helft en een eindstand van 7-10, blijft vooral één statistiek hangen: 120 doelpogingen, 7 doelpunten. Een percentage dat simpelweg onacceptabel is voor dit team. Dramatisch? Ja. Een wanvertoning? Zeker. En ook de spelers zelf schaamden zich zichtbaar. Na afloop klonken er zelfs excuses naar het publiek dat naar Sportpark Middelaar was gekomen.
bijdrage van Esmee van Voorn