Geen van Duinkerken op Arkerpoort

Foto: Arjen Gerritsma

In een uitgebreide brief bestrijdt NOV voorzitter Gerard van den Tweel, dat hij en city manager Van Leeuwen akkoord zijn gegaan met de komst van Van Duinkerken op het bedrijventerrein “De Arkerpoort”. Dat had de gemeente onlangs in een brief aan de raad gesuggereerd. Eind oktober liep de NOV al te hoop tegen de geruchten over de komst.  Vorige week reageerde de NOV met een persbericht, nu met een brief aan het college.

Van den Tweel verwijt daarin het gemeentebestuur onjuistheden, want hij zou in een mail afgelopen zomer juist de nodige kanttekeningen geplaatst hebben. Bovendien vindt hij, dat de gemeente het hele detailhandelsbeleid aan zijn laars lapt. Hij vraagt zich af, of het college nog wel iets met de middenstand op heeft.

Intussen heeft wethouder Horst contact gezocht met de NOV voorzitter. Binnenkort volgt er een gesprek en daarna zal er een verklaring voor de pers komen.

Leest u hieronder de complete brief.

Geacht college,

Afgelopen vrijdag heeft citymanager Erwin van Leeuwen mede namens mij een eerste reactie gegeven op de raadsinformatiebrief inzake de verplaatsing van Van Duinkerken Recreatie naar de Arkerpoort. Zelf was ik toen onderweg naar het buitenland. Inmiddels ben ik teruggekeerd en namens het NOV-bestuur wil ik het volgende kwijt.

Zoals Erwin van Leeuwen al aangaf, is ons bestuur erg ongelukkig met de wijze waarop ik ben geciteerd in de raadsinformatiebrief. De indruk wordt gewekt dat ik namens de NOV zonder meer positief heb geadviseerd over de verplaatsing van Van Duinkerken. Dat is natuurlijk niet juist. Ik heb in de zomer per e-mail van 15 juli 2014 een eerste reactie gegeven, waarbij ik de nodige kanttekeningen heb geplaatst, maar ook begrip heb getoond voor de afweging die het college in deze zaak maakt. Ik heb daarbij duidelijk aangegeven dat ik die reactie op persoonlijke titel gaf, omdat ik op dat moment in de zomervakantie geen gelegenheid had om de achterban op korte termijn te raadplegen.Nadien is tussen ons over deze kwestie geen contact meer geweest.

In het verleden was het gewoonte om iedere drie maanden met elkaar bij te praten als college en vertegenwoordigers van de ondernemers. Maar u heeft ervoor gekozen om die overlegmomenten neer te leggen bij het ambtelijke apparaat.

In oktober is de kwestie uitvoerig besproken op de ledenvergadering van de NOV. {Wethouder Horst was uitgenodigd voor deze ledenvergadering, maar hij was verhinderd in verband met een vergadering. Helaas was er die avond ook geen vertegenwoordiger van het ambtelijk apparaat aanwezig). Daar is toen de nodige commotie ontstaan over dit voornemen van het college. Zoals u ongetwijfeld in De Stad Nijkerk van 31 oktober 2014 heeft gelezen, kreeg het bestuur unaniem opdracht van de leden om de zorgen over de verplaatsing van Van Duinkerken aan u over te brengen. Ikzelf heb verzuimd dit expliciet te doen, maar ik ben er wel vanuit gegaan dat u bekend was met de inhoud van dit artikel in de krant en daarmee ook op de hoogte was van de gevoelens binnen de NOV.

En dat laatste is het belangrijkst. We hebben als NOV actief meegewerkt aan het formuleren van een samenhangend detailhandelsbeleid voor Nijkerk. Uitgangspunt is zoveel mogelijk concentratie van detailhandel in de binnenstad en daarvoor zijn heldere regels opgesteld. Keer op keer worden de ondernemers in de binnenstad echter geconfronteerd met forse schendingen van het afgesproken beleid. Denk daarbij aan de legalisatie van Country Mill Horse Support op het Spaanse Leger, het mogelijk maken van het vestigen van Lidi op het terrein van de Havenaer en als laatste vorig jaar de grootschalige uitbreiding van detailhandelsmogelijkheden op de rest van het Havenaer-terrein {de berichten in de krant over verkoop van het totale Havenaer-terrein aan Lidi Nederland kunnen maar één ding betekenen: verdere detailhandelsontwikkeling op die locatie!).

En nu dan de verplaatsing van Van Duinkerken. Het is zo helder als glas dat dit volkomen in strijd is met het afgesproken detailhandelsbeleid voor beperking van detailhandel buiten het centrum van Nijkerk. Ondergeschikte detailhandel is conform het beleid toegestaan, ten hoogste 10 procent van het totale oppervlak met een maximum van 400 m2. In de communicatie die ik afgelopen zomer met wethouder Horst had, was sprake van eventueel 800 m2 detailhandel. En nu blijkt dan dat zelfs sprake is van 2.400 m2 detailhandel (1.200 m2 kampeeraccessoires en 1.200 m2 textiel en sport). Alle afgesproken regels op dit punt worden hiermee geschonden. Als de regels zo gemakkelijk terzijde geschoven kunnen worden als het college dat zo uitkomt, dan vragen wij ons af wat nog de waarde is van het detailhandelsbeleid – de eventuele juridische consequenties daarvan nog daargelaten. Sterker nog, wij plaatsen grote vraagtekens bij de betrokkenheid van het gemeentebestuur bij de grote problemen waar de ondernemers in de binnenstad tegenaan lopen en de openheid die door het college in dat kader wordt gegeven.

Namens de NOV doe ik dan ook een klemmend beroep op u om het genomen besluit te heroverwegen. In de overtuiging dat de gemeenteraad u zal houden aan het met de ondernemers afgesproken en door de raad zelf vastgestelde beleid, ga ik ervan uit dat de raad niet zal meewerken aan de noodzakelijke wijziging van het bestemmingsplan. Een kopie van deze brief zend ik dan ook ter informatie aan de leden van de raad en de pers.

Met vriendelijke groet,
Gerard van den Tweel

Voorzitter Nijkerkse Ondernemers Vereniging

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen