Hans den Haan over: De afsluiting van de Arkemheenweg

18 mei , 16:12 Columns
2022 01 07 hans den haan 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 6 1 1

Het grootste voordeel van gepensioneerd zijn, is het feit dat je tijdens de spits files kunt gaan bekijken.

En momenteel kun je in Nijkerk je hart ophalen. Want ze zijn er in ruime mate, die files. Tijdens het spitsuur. Het is genieten. En vooral ook veel leedvermaak.
Er zijn in Nijkerk files in de spits, want de Arkemheenweg is afgesloten. De rotondes moeten hersteld worden. Want ze waren niet meer mooi rond.
De beste plek voor filevermaak is natuurlijk het kruispunt bij de Albert Heijn. Ik neem een stoeltje mee. Want voorlopig zit ik daar wel. Nou ja, tot de ochtendspits voorbij is. Dat is ongeveer om negen uur.
Maar ik vind het sowieso bloedirritant dat je op het kruispunt Frieswijkstraat - Van Middachtenstraat met de fiets niet diagonaal mag oversteken. Nu moet je als een sukkel voor het fietsstoplicht staan te wachten. En als het dan na lang wachten eenmaal groen is, dan staat er net een “vrachtwagen met aanhanger”-lesauto op het oversteekpad, omdat de leerling-chauffeur de bocht niet kan maken. Ergerniswekkend.
Vroeger hadden we bermtoerisme. Hele families zaten langs de weg met koffie en broodjes. Lekker de benzinedampen in te ademen. Toen nog met veel lood. Het was dat wat tegenwoordig “vapen” heet.
Maar over de Nijkerkse files. Er zijn berichten dat soms zelfs op de Cornelis van Ramshorstlaan en de Tinbergenlaan het verkeer vast staat. Dat had Cornelis van Ramshorst zelf nooit kunnen bedenken. Zijn laan opeens een belangrijke sluiproute. Automobilisten trachten natuurlijk het kruispunt bij Albert Heijn te vermijden. Maar of zij dan eerder op de Amersfoortse weg zijn, valt te bezien.
File op de Cornelis van Ramshorst. Dat hebben we voor het laatst meegemaakt toen de vrachtwagens met mensen met een beperking het in hun hoofd haalden om de Van Ramshorst te pakken en daar al toeterend slow motion te betrachten. Het truckfestijn.
Als je vanaf de Barneveldseweg komt overigens en je moet naar de Amersfoortse weg, dan zou je langs de Intratuin kunnen rijden. Je kunt daar dan even met honderdtwintig voortracen als de auto’s op de Amersfoortseweg naast je voortkruipen. Maar uiteindelijk kom je dan toch weer bij een stoplicht uit.

Maar goed, de Arkemheenweg. De belangrijkste omleidingsroute naar bijvoorbeeld Bunschoten is de A28 en vervolgens de A1. Maar probeer maar eens tijdens de spits van de A28 op de A1 te komen. Het wordt daar lang wachten voordat dat lukt. Neem je lunchpakket mee en vooral een grote fles water.
Sommige mensen geven het daar op. En gaan in de berm zitten barbecueën. Je zou daar langs de oprit ook uitstekend een theehuis kunnen vestigen. Tijdens de spits een hoop klandizie. Maar dat is zelfs het geval als er niet gewerkt wordt aan de Arkemheense rotondes. Want de vorige regering weigerde om het verkeersknooppunt Hoevelaken te verbeteren. Maar daar schijnt nu verandering in te komen.
Maar verder over de omleidingsroutes. Voor de eigenaren van de moestuintjes en de scouting is er een omleidweg via de wijk Doornsteeg. Ik geef het je te doen. Voor de padvinders is het een uitdaging het juiste pad te vinden. Maar de moestuinbezitters verdwalen al bij de Houtsingel. Hoe komen ze nu bij hun bloemkolen?

Hoe moet je nou rijden als je van Nijkerk naar Bunschoten wilt? Nou, gewoon vooruit. Want achteruit rijden is een stuk lastiger.
De supersluiproute is natuurlijk Fliersteeg, aan het eind rechtsaf de Domstraat in, onder de snelweg door en rechtdoor, vervolg Domstraat en uiteindelijk de Palestinaweg. Am Laak entlang. Maar dat zijn smalle weggetjes. En dan weet je wel wat Rijkswaterstaat bedenkt. Alleen toegankelijk voor aanwonenden. Al staat er nu nog geen bord dat vertelt dat het niet zou mogen voor niet-aanwonenden. Maar mocht het toch zover komen, dan ben je als niet-aanwonende in overtreding. En aangezien er daar bijzonder weinig aanwonenden zijn, is vrijwel iedereen in overtreding. Maar je kunt altijd zeggen dat je naar camping Coterlet moet. Hoe kunnen ze dat controleren? Zet wat kratten bier op de achterbank en zeg dat je die bij de camping gaat afleveren. Oké, doorrijden maar.

Maar goed, omleidingsroutes zijn in Nederland over het algemeen nog redelijk goed aangegeven. In België hebben ze vaak alleen maar een begin. Halverwege plaatsen ze geen borden meer, want die zijn dan op. Dan moet je het maar verder zelf uitzoeken. Gelukkig hebben we tegenwoordig navigatie. Maar ook dan loop je nog het risico ergens vast te komen zitten. Je rijdt bijna tegen een betonblok aan dat midden op de weg is opgesteld. Op een weg waar je niet kunt keren. Dan maar weer drie kilometer achteruit rijden.Mijn vader was in Frankrijk echt totaal de weg kwijt. Dus reed hij uit pure wanhoop maar achter een vrachtwagen aan. Want die zal toch wel in de bewoonde wereld uitkomen. Bovendien was het nog erg mistig ook.
De vrachtwagen reed uiteindelijk een klein weggetje in en eindigde op het erf van een boerderij. Hij moest daar zeker iets afleveren.“Verrek, moet jij hier wezen,” zei mijn vader.
Hij, mijn vader, moest daar keren en reed drie koeien aan. Grijze, zodat je ze in de mist niet zag. Dat was, wat de boer betreft, één koe te veel.

Ik ben bij de rotonde bij de Bunschoterweg wezen kijken. Ze hadden inmiddels gefreesd. Maar echte actieve wegwerkzaamheden zag ik er niet. Er reed alleen maar een soort shovel rondjes.
Toen hij stopte vroeg ik aan de wegwerker: “Vindt u dat leuk?”
Hij moest de rondheid testen, zei hij.

Maar goed: er wordt enorm geklaagd over de drukte en de lange omleidingsroutes. Ik vroeg aan de shovelbestuurder: “Had het niet wat gemakkelijk gekund?”
Hij zei: “Nee.”  

bijdrage van Hans den Haan