Rabobankdirecteur: "Gewoon lekker blijven zitten"

Gisteren verschenen berichten in de media, dat de gemeente interesse heeft in het pand van de Rabobank aan de Van 't Hoffstraat.

Zo schrijft Wijnand Kooijmans in De stad Nijkerk : "Rabobank Randmeren heeft bij de gemeente Nijkerk aangeklopt met de vraag of zij interesse hebben in de aankoop van het regiokantoor aan de Van 't Hofstraat in Nijkerk."

Over de verkoop van het gebouw zou tijdens de nieuwjaarsreceptie van de bank gerept zijn. Directievoorzitter Paul Verhoef ontkent dat dat daar gezegd is. Wel bevestigt hij, dat de gemeente in december bij de Rabobank aangeklopt heeft. Niet andersom dus. Dat gebeurde, nadat enkele raadsleden eerder contact met de bank hadden gezocht. Tijdens een kennismakingsgesprek van Verhoef met burgemeester Renkema in juli 2018 is voor het eerst ter sprake gekomen, dat de Rabobank nadenkt over de toekomst van het gebouw.

Het pand wordt namelijk te groot. Een aantal administratieve taken zijn overgebracht naar het hoofdkantoor in Utrecht. Bovendien wil de bank de dienstverlening anders aanpakken. Daarom worden de adviseurs, die nu nog hun werkplek aan de Van 't Hofstraat hebben, verspreid over de vier kernen (Bunschoten-Spakenburg, Harderwijk, Putten en Ermelo en Nijkerk)

Volgens Verhoef is het nog lang niet zeker, dat de Rabo uit de bank vertrekt. Het gebouw wordt te groot, maar die leegte zou ook door een medegebruiker opgevuld kunnen worden. Dat is volgens hem ook een optie. "Dan kunnen we gewoon lekker blijven." Over een maand of drie zijn ze er bij de bank wel uit.

De gemeente en ABZ Diervoeding zijn inmiddels weer met elkaar in gesprek over de bouwplannen tegenover de fabrikant. De gemeente wil op de plaats, waar nu het gemeentehuis staat woningen bouwen. Op de plek van de dependance zou dan het nieuwe huis van de stad moeten komen. Marcel Roordink, directeur van ABZ Diervoeding laat weten: "Wij hebben het stadhuis tegenover ons kantoor en fabriek altijd prima gevonden en dat is nog zo. We hebben liever meer parkeren en werken tegenover ons en minder wonen."