De ingezonden brief, die wij op 20 maart publiceerden, leidde niet alleen tot woede bij Jan van de Brink.
Ook op de burelen van het stadhuis maakte de brief veel los. Niet alleen op ambtelijk niveau. Zo betreurt het college, dat in die brief suggesties worden gewekt over de manier waarop de gemeente te werk gaat bij de ontwikkeling van de binnenstad.
Het college laat weten, dat het zich helemaal niet herkent in het beeld, dat in de brief wordt neergezet. Vooral niet over de manier waarop bestuurlijk en ambtelijk gewerkt wordt aan de plannen. Ambtenaren werken aan de voorbereiding van de plannen. Ze worden daarbij gesteund door externe bureau’s, wanneer op gebieden de gemeente de deskundigheid niet zelf in huis heeft, aldus het college.
Burgemeester Renkema: “Dit geldt bijvoorbeeld voor het onderzoek naar de bezettingsgraad van de parkeerplaatsen. Aan de uitwerking van de plannen voor het Kerkplein (bij de oude Jumbo) werkt een eigen gemeentelijke projectleider, die samen met andere ambtenaren de kar trekt. De ontwikkeling van al deze plannen gebeurt in nauw overleg met het college.
Als gemeente proberen we een zo goed mogelijk resultaat voor de binnenstad te krijgen, met afweging van alle belangen.”
“We proberen daarbij transparant te zijn en gaan graag in gesprek. Wij praten liever met elkaar dan over elkaar”, zo luidde zijn slotzin.
