Ben blogt over “Ouder dan mijn vader”

Foto:

In 1993 overleed mijn vader.

Willem de Graaf en zijn trouwe metgezel Paljas op de Weldammerlaan

Willem de Graaf werd 67 jaar, 8 maanden en 3 dagen oud. Op 29 oktober ben ik ouder dan mijn vader geworden is. Nu denk ik: wat was hij nog jong.

We vierden de verjaardag van Elly. Toen kwam het telefoontje: je moet nu komen, het is niet goed met je vader. ‘Niet goed’ bleek een eufemisme voor ‘overleden’. Hij lag op de bank zoals hij elke zondagmiddag op de bank lag. De Kerkbode en zijn bril op de salontafel. Even een tukje. Hij werd nooit meer wakker.

Hij leed aan astmatische bronchitis, zo erg dat zijn hart er ziek van werd (cardiomyopathie). Hij was boer, liep in stofhokken, vierde verjaardagen in ruimtes die blauw zagen van de rook en kon nooit ‘uitzieken’. Ook als hij griep had, moesten de koeien gemolken.

Ooit kwam ik rond 04:00 uur thuis van een stapavond. Mijn hoofd stond al in de slaapstand toen ik in een donkere hoek van de kamer benauwd gepiep hoorde. Daar zat mijn vader met zijn handen onder zijn kin naar lucht te happen. Een paar uur later moest hij de melkmachine weer onder de koeien hangen. Met terugwerkende kracht denk ik: heb ik wel genoeg in de gaten gehad hoe hij gebukt ging onder zijn longziekte?

Mijn vader was een rechtschapen en principiële man. Jarenlang was hij penningmeester in de kerk. Tijdens de ‘eredienst’ zat hij in een zwart pak met krijtstreep in een speciale bank voor leden van de kerkvoogdij.
Hij volgde trouw de kerkwetten. De tv werd principieel geweerd. Dat botste. Ik ontdekte popmuziek, wilde lang haar, zocht naar manieren om Ajax en Ard en Keesie te kijken op zondag.

Mijn vader was principieel, maar ook zachtmoedig. Hij vermeed conflicten. Dat stelde hem soms voor onmogelijke keuzes. Ooit nam ik als student fysiotherapie in Utrecht drie maanden een kamer over van een vriend van mij. Toen ik terugkwam op de boerderij nam ik een klein zwartwit tv-toestelletje mee. Wat moest hij doen? Principes volgen en mij het huis uit bonjouren of kiezen voor de relatie met zijn zoon? Hij koos een tussenweg: hij weigerde vanaf dat moment mijn kamer te betreden en ging via de vlizotrap op de deel naar zijn eigen slaapkamer.

Ik maakte het hem ook moeilijk met mijn partnerkeuze: Elly was katholiek. En twee geloven op een kussen? Tja, daar sliep de duivel tussen. We zochten een kerk waar we ons thuis voelden. Dat werd uiteindelijk De Eshof in Hoevelaken, een kerk die een homorelatie inzegende, waar vrouwen op de kansel stonden. Mijn vader liet zich ontvallen: ‘Dat is gien kark.’

Een cruciaal moment volgde toen Guido gedoopt werd. Hij heet voluit Guido Willem, vernoemd naar mijn vader, zijn opa. Wij vroegen daarom mijn vader zijn kleinzoon binnen te dragen. Dat plaatste hem voor een enorm dilemma: kon hij over zijn principiële schaduw heenstappen en meedoen aan de liturgie in een kerk die in zijn ogen ‘gien kark’ was. Tot vijf minuten voor de dienst wisten we niet of hij zou komen. Maar: hij was er. Door er te zijn, liet hij zien zich verzoend te hebben met mijn kerkkeuze, hoe moeilijk hij dat ook vond. Daarna heeft hij Guido nog talloze malen op schoot gehad. Een lievere opa was niet denkbaar. Toen hij op de boerderij opgebaard lag, zei de toen 2-jarige Guido: ‘Nu mag opa wel weer wakker worden.’
Dat deed opa niet.

Ik merk nu hoeveel genietmomenten het opa-zijn oplevert. In die zin hoop ik dat ik de genen van mijn moeder heb. Die werd 94. Dan kan ik nog lang van mijn kleinkinderen genieten. Iets wat mijn vader maar kort heeft mogen doen.

Tekst nodig? Laat woorden werken. Ben Tekstschrijver uit Hoevelaken schrijft voor alle sectoren, zorg en welzijn is zijn specialiteit.
Meer informatie? Meer blogs lezen? Kijk op mijn site. Nooit meer een blog missen? Word vaste lezer. Meld u aan via de website.

Columnisten hebben de vrijheid hun mening te geven en hoeven zich niet te houden aan de journalistieke regels voor objectiviteit. 
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen