Je ziet ze weleens. Oude mannen die met een verwrongen gezicht op de fiets voorbij sjokken.
Alsof zij met hun laatste krachten de eindstreep van de “Tour du Monde” met een persoonlijk recordtijd willen afronden. Ik betrapte mijzelf laatst op deze mallotige vertoning. Niet op de fiets, maar gewoon met aankleden in de slaapkamer. Een dramatisch geheel in een passpiegel inclusief de uitstulpende lichaamsdelen. Maar eigenlijk niets aan de hand en toch een gezicht trekken waarmee niemand je herkent.
Zo gaan oude mannen volgens mijn moeder allemaal uiteindelijk op elkaar lijken. Zeker als zij een plat petje gaan dragen. Ik moet haar gelijk geven. Maar ook zonder petje is de gelijkenis groot. Temeer als zij hun mond open doen en dezelfde clichétaal uithoesten. Niets dan dooddoeners, open deuren, oude spreekwoorden en ongevraagde raadgevingen in diverse bewoordingen.
Maar mijn lieve God, wat een gewicht aan wijsheid en gelijk dragen zij in hun rafelige ransel.
bijdrage van Frank van der Kaaij