"Recent is Nederland opgeschrikt door een tragische gebeurtenis dat in heel het land opnieuw zorgen oproept over de sociale veiligheid in de openbare ruimte."
Met die woorden opende Dyana Bezembinder van de Lokale Partij haar brief aan het college. Een begrijpelijke zorg: veiligheid is een van de meest wezenlijke voorwaarden om prettig te kunnen leven, werken en samenleven.
Toch is het opvallend hoe snel het gesprek ontspoort na zo'n vreselijk incident.
In plaats van dat er een breed gesprek komt over gedrag, over preventie, over wat wij als samenleving zelf kunnen doen om elkaar veiliger te laten voelen, grijpen sommigen direct naar een andere kaart: de nationaliteit van de dader.
Het is een feit dat de moord op Lisa is gepleegd door iemand zonder Nederlandse nationaliteit. Dat is niet te ontkennen. Tegelijkertijd zegt één feit nog niet alles over een patroon, een oorzaak of een verklaring. Criminaliteit laat zich nooit volledig herleiden tot iemands paspoort. Wie dat wel doet, reduceert een complex maatschappelijk vraagstuk tot een karikatuur.
De discussie over het begrip femicide speelt hier ook een rol. Vaak wordt deze term al snel gebruikt, maar niet altijd op de juiste manier. Femicide betekent letterlijk het doden van vrouwen om het feit dat zij vrouw zijn. Het is een ernstig en reëel probleem, maar ook een begrip dat zorgvuldig moet worden toegepast, juist om de kracht van de term te behouden.
Wat blijft, is de tragiek. Een samenleving die met dit soort gebeurtenissen geconfronteerd wordt, voelt zich onveiliger. Vrouwen vragen zich af hoe veilig zij over straat kunnen. Ouders maken zich zorgen om hun kinderen. En bestuurders, zoals Bezembinder, voelen terecht de verantwoordelijkheid om daar iets mee te doen.
Misschien is dat wel de lastigste opgave: erkennen dat veiligheid niet met één maatregel, één beleidsstuk of één debat te regelen valt. Het gaat om een optelsom van factoren: van handhaving en preventie tot opvoeding en onderlinge omgangsvormen. Van integratie en onderwijs tot de bereidheid van ieder individu om ook naar zichzelf te kijken.
Wat we in ieder geval níet nodig hebben, zijn de zogeheten toetsenbordridders die elk drama aangrijpen om hun eigen stokpaardjes te berijden. De roep om polarisatie en het aanwijzen van groepen als zondebok helpt niemand verder.
Het maakt de samenleving niet veiliger, maar juist onveiliger.
En dus is de vraag die overblijft misschien wel de moeilijkste van allemaal: hoe houden we het gesprek over veiligheid open, eerlijk en zonder snelle oordelen? Het antwoord daarop is ingewikkeld, en misschien daarom ook wel precies waar we het meeste mee bezig zouden moeten zijn.